wonen in de maatschappelijke opvang van het Leger des Heils

Wonen in de opvang

"Je zat altijd iemand in de weg"

Maatschappelijke opvang Tekst: Willemijn de Jong / Beeld: Marleen Kuipers

De wooncrisis zorgt ervoor dat steeds meer mensen in Nederland dak- of thuisloos worden. Het nieuwe kabinet belooft te investeren in een structurele oplossing en meer betaalbare woonplekken. Ondertussen wonen sommige dak- en thuislozen in de opvang van het Leger des Heils. De 24-uursopvang in Heerlen is vanonder een grauwe, betonnen parkeergarage naar een voormalig klooster verhuisd: van Klomp naar Klooster. Zoals de locatiebeschrijving al doet vermoeden, is deze overgang er één van hel naar hemel bij wijze van spreken. Alleen de medewerkers, bewoners en de crucifixen zijn dezelfde gebleven. Verder herinnert weinig in het voormalige klooster aan de oude opvanglocatie.

Teamleider Maria: “We zitten maar een straat verder eigenlijk, maar álles is hier beter. Om het op te sommen: bij de Klomp konden de weinige ramen die er waren niet open; er werd binnen gerookt en gebruikt in de gebruikersruimte; mensen  sliepen op slaapzalen zonder ramen; hun weinige spullen zaten in kluisjes. Daar zat hun hele leven dan in, want op de slaapzalen waren niet eens nachtkastjes. De tassen die niet in de (vaak kapotte) kluisjes pasten, lagen opgestapeld op de  pooltafel. En je kunt je voorstellen hoe het daarbinnen rook. Nu hebben we een fris gebouw. In het klooster hebben bewoners hun eigen kamer en badkamer en een kast voor hun spullen. Het verschil is echt enorm.” 

Alleen op de wc had je even rust

Joanne’s kamerdeur staat wagenwijd open. “Het gaat veel beter nu we hier zitten. Een eigen kamer geeft mij rust.” Ze schuift op haar stoel, haar ogen schieten heen en weer en ze krabt aan haar armen. Maria beaamt dat het stukken beter gaat met Joanne nu ze een eigen kamer heeft. Joanne: “Ik sliep bij de Klomp soms met mijn schoenen aan, omdat ze anders werden gejat. Mijn tasje hield ik op mijn borst als ik sliep. En ik verdien nog wel een beetje geld, nou, daar moet iemand lucht van hebben; want dan vallen ze je echt constant lastig. Alleen op de wc had je even rust.” 

Artikel gaat verder onder afbeelding. 

“Als je een eigen kamer hebt waarop je
je kunt terugtrekken,
kun je ook weer aan perspectief werken"
- teamleider Maria

Maria: “Als je een eigen kamer hebt waarop je je kunt terugtrekken, kun je ook weer aan perspectief werken. En als begeleider kun je een rustig gesprek voeren met iemand op z’n eigen kamer, dat voorkomt vaak dat iets uit de hand loopt. Het wordt er persoonlijker en veiliger van.” “Op de Klomp was er één tv in de gemeenschappelijke ruimte, waar altijd iedereen zat. Als je een interventie deed, bemoeide de hele groep zich ermee. Nu kijken deelnemers vaak op hun eigen kamer hun tv-programma. En nog een praktisch voordeel: als het een warme dag is, kun je je overdag even in je eigen badkamer opfrissen. Op de Klomp waren de slaapzalen en doucheruimtes overdag dicht.” 

Niemand die zich aan je stoort

Harrie draait op zijn stoel voor de garage een shagje. “Even maar”, zegt hij. “Ik kan niet blijven zitten, ik heb altijd onrust. Maar binnen ga ik schelden, en dat willen ze niet hebben.” Hij vertelt dat hij door de speed al 36 uur wakker is. Bij de Klomp deed hij zijn sigaretje op de stoep voor het gebouw, maar de flatbewoners tegenover het gebouw vonden dat niet prettig. Maria: “Ze veroorzaakten niet altijd overlast, maar het feit dat ze op de stoep stonden werd vaak als overlast ervaren. Hier hebben we een enorme afgesloten tuin en veel eigen terrein. De bewoners gaan minder het terrein af. Dat we hier zo’n ruime tuin hebben, zorgt ervoor dat ze überhaupt meer naar buiten gaan. Het groen, de zon, de bloemen – en niemand die zich aan je stoort. Dat is goed voor een mens.”

Er moet meer gedaan worden om geschikte woonplekken te creëren voor dak- en thuisloze mensen. Dat was de dringende oproep van het Leger des Heils aan het nieuwe kabinet. In het coalitieakkoord zijn een aantal goede maatregelen opgenomen, zodat mensen steeds korter in de opvang hoeven te verblijven en sneller een eigen woonplek kunnen krijgen.