Street Level Den Haag veldwerk

Veldwerk deelt wc-papier uit op straat: “Dat noemen wij het witte goud”

Veldwerk en soepbus Tekst: Coen van Everdingen / Beeld: Marleen Kuipers

Vanavond gaan we mee met Street Level in Den Haag. In een speciale bus rijden veldwerkers van het Leger des Heils door de stad, om dak- en thuisloze mensen te voorzien van de broodnodige spullen.

“Heb je het al gehoord van Jan? Hij wil misschien toch naar binnen.”
“Echt? Dat zou wel mooi zijn.”
“En Ivan heeft een nieuw slaapie, dus ik weet niet of we hem vanavond nog zien.”
“We gaan wel even kijken, misschien is hij er wel.”

Niels en Mischa eten nog even een broodje, voor ze straks de straat op gaan. Maar hun werk is al begonnen. Ze bespreken een aantal bekende dak- en thuisloze mensen, die ze vanavond weer zullen bezoeken. De twee veldwerkers hebben een eigen taal, gekenmerkt door termen van de straat. Als iemand ‘binnen’ is, betekent dat meestal dat iemand in de opvang verblijft. Een ‘slaapie’ is de plek waar iemand vaak de nacht doorbrengt op straat.

De mannen hebben de bus vanmiddag al ingeladen, dus na het eten kunnen ze direct instappen. Geroutineerd lopen de twee jonge veldwerkers naar de bus. Nog even een laatste check. Mischa: “We hebben van alles bij ons. Uiteraard hebben we koffie. Maar ook tandenborstels, douchegel, wc-papier en maandverband. Vooral wc-papier gaat hard. Het wordt wel het witte goud genoemd. Logisch, want wat moet je, als je nergens naar de wc kunt?” Niels kruipt achter het stuur en manoeuvreert de grote bus behendig door de smalle straten, over fietspaden en de stoep. “Je mag natuurlijk eigenlijk niet zomaar een park inrijden, maar voor ons wordt een uitzondering gemaakt.”

Warm bad

Niels doet dit werk graag. Hoewel de mensen die ze bezoeken vaak kampen met meerdere problemen, van verslaving tot psychiatrische problematiek, voelt hij zich op zijn gemak tussen hen. “Het voelt als een warm bad. We kennen de meesten, zij kennen ons. We kennen hun namen en verledens, waar ze nu staan en wat ze nog willen. Dit zijn mooie avonden.”

In het parkje, op een steenworp afstand van de Tweede Kamer, staat een gemêleerd gezelschap van zo’n veertig mensen te wachten. De maan staat hoog aan de heldere hemel en de temperatuur is gedaald tot aan het vriespunt. Zodra Mischa en Niels de bus uitstappen, komt de groep in beweging. “Hé man, goed je te zien!” Mischa geeft een boks aan een man die diep is weggedoken in zijn veel te grote jas. “Ha Amir, alles goed?” Een grote man met een versleten leren jack knikt Niels bevestigend toe. De twee gooien snel de deuren van de bus open en zetten twee plastic opklaptafels neer.

Iedereen wil iets hebben uit de bus. Snel en zorgvuldig deelt Niels scheermesjes, zeep en toiletrollen uit. Hij heeft oog voor iedereen. Als een Engelssprekende jonge vrouw hem duidelijk maakt dat ze ‘lady things’ nodig heeft, nodigt Niels haar uit om zelf te pakken wat ze nodig heeft. “Zoiets kunnen de vrouwen beschamend vinden. Dat hoeft natuurlijk niet, maar ik snap het. Vraag als jonge vrouw maar eens aan een onbekende man, tussen allemaal andere mannen, om tampons. Daarom laat ik het ze zelf pakken, dan hoeft het niet allemaal over de tafel heen."

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Street Level Den Haag veldwerk

Casanova

Ondertussen staat Mischa in de bus kleding uit te delen. Broeken, sokken, een tas om alles in mee te nemen, het ligt allemaal voor het grijpen. Een van de vaste bezoekers, Julio, is bij Mischa achter in de bus gaan zitten. Mischa: “We hebben vaak even een praatje. Julio is een echte casanova, hij ziet er altijd keurig uit en heeft genoeg te vertellen. Je zou bijna vergeten dat hij al twintig jaar op straat leeft en veel drugs gebruikt.” Als er iemand anders vraagt om een paar sokken, trekt Mischa weer een la open. Hij haalt een paar dikke sokken tevoorschijn en geeft ze aan de man. “Waar slaap je vanavond?” Terwijl de man de sokken in zijn jaszak stopt, mompelt hij iets over een park. “Je kunt terecht bij de winteropvang, hè!”, zegt Mischa. “Aan de Sportlaan,” voegt hij er aan toe. De man knikt en loopt weer weg, ietwat wankelend.

Groep

De groep dak- en thuisloze mensen kent niet alleen Niels en Mischa, ze kennen ook elkaar. Ze komen elkaar tegen op straat, bij de Street Level-bus of in de nachtopvang. Niels: “Soms helpen ze elkaar ook. Aan een slaapplek, of aan eten. Maar ze kunnen de volgende ochtend net zo makkelijk van elkaar stelen. Ze vormen een groep, en tegelijkertijd is er ook veel eenzaamheid.” 

Twee mannen zijn druk bezig om een zojuist gekregen slaapzak in een rugzak te proppen. Terwijl de een de slaapzak zo klein mogelijk maakt, probeert de ander de tas eromheen te krijgen.
“Deze slaapzak is gigantisch! Ik weet niet of hij gaat passen.”
“Hij is echt groot ja. We passen er wel samen in, haha.”
Kort kijken de twee mannen elkaar aan.
“Nee, nee, nee! Ik dacht het niet!”
Uiteindelijk slagen de heren erin de tas om hun slaapzak te vouwen. Tevreden kijken ze naar het resultaat. Teamwork is ze niet vreemd.

“Nou jongens, we gaan afsluiten.” Mischa begint met het dichtklappen van de tafels. Op de grond liggen tientallen zakjes van suiker en koffiecreamer. Alles wordt netjes opgeruimd terwijl de laatste mensen nog even snel iets vragen. “Tot volgende week jongens.” Een groot deel van de groep is alweer weggelopen en zit enkele tientallen meters verderop, op een bankje. Terwijl Niels en Mischa de bus instappen, komt Julio nog even teruggelopen. “Hebben jullie nog iets over voor een dakloze?!” Hij spreidt zijn armen en kijkt de veldwerkers smekend aan, met een grote grijns op zijn gezicht. “Alles is op Julio, wegwezen!” Julio begint hard te lachen en Niels en Mischa wisselen een blik van verstandhouding. “Hij heeft in ieder geval wel humor.”

Veldwerkers op huisbezoek bij buitenslapers: "Ben je thuis?"

Veldwerkers op huisbezoek bij buitenslapers: "Ben je thuis?"

De veldwerkers van Street Level in Den Haag rijden met hun speciale bus door de stad, op zoek naar dak- en thuisloze mensen die buiten slapen.