Iedere woensdagochtend rijdt Marius met de ontbijtfiets door Groningen. Samen met een vrijwilliger gaat hij op pad om dak- en thuisloze mensen te voorzien van een ontbijtje. “De nacht kan heel lang zijn. Ik probeer de mensen te zien nog voor ze van hun slaapplek worden weggestuurd”, vertelt Marius.
Het is woensdagochtend half zeven als Marius de ontbijtfiets klaarmaakt. In de buurthuiskamer aan de Dirk Huizingastraat in Groningen is hij samen met vrijwilliger Rutger begonnen met het vullen van de soepfiets, die op woensdagochtend als ontbijtfiets dient. Koffie, thee, zestig vers belegde broodjes, wat fruit en water – dan hebben ze voor deze ochtend wel voldoende. Sinds een jaar gaat Marius iedere woensdagochtend op pad met de ontbijtfiets. Marius: “Het begon als een pilot, omdat ik een manier zocht om met de mensen die op straat leven in contact te komen.” Marius is Leger des Heilsmedewerker. Een groot deel van zijn werk bestaat uit trajectbegeleiding van EU-arbeidsmigranten, signalering en beleidsadviezen geven. Maar ook het veldwerk is onderdeel van zijn takenpakket. De ontbijtfiets is daarbij een waardevol instrument.
Verborgen plekken
Om kwart voor zeven starten Marius en Rutger hun route door Groningen. Het is een koude ochtend. De mannen houden halt onder een grote brug. Rutger belt twee keer met de fietsbel: “Goedemorgen. Leger des Heils. Wilt u een ontbijtje?” Achter de vangrail liggen wat spullen, vanuit een slaapzak begint iemand te bewegen. Er klinkt gemompel en daarna een enthousiast ‘ja’. Tot een gesprekje komt het niet, het is nog vroeg. Iets verderop kijkt Marius in een trapgang die onder een gebouw verdwijnt. Er ligt iemand te slapen. Een voorbijganger had het waarschijnlijk niet opgemerkt.
Marius: “We fietsen meestal ongeveer dezelfde route. Soms wijk ik wat af en soms krijg ik een tip. Ook hebben we korte lijntjes met de organisatie Meldpunt Overlast. Wanneer het gaat om dakloze mensen nemen ze contact met mij op. Het is voor mensen fijner wanneer wij langskomen, en niet de handhaving.” Dat is ook de reden dat Marius vroeg vertrekt. “Ik probeer de mensen te treffen nog voor ze van hun slaapplek worden
weggestuurd.”
'Met de ontbijtfiets tref ik mensen aan het einde van de nacht. Vaak ben ik dan de eerste die ze zien en spreken.'
De vertaalapp
Marius en Rutger vervolgen hun route naar het station. Buiten staat een groepje medewerkers van de handhaving en van het wijkteam. Ze vertellen Marius dat er binnen op het station vier Poolse arbeidsmigranten zijn. Ze hebben een flinke stapel koffers bij zich. Met gebruik van een vertaalapp vraagt Marius of ze koffie of een broodje willen. Koffie, dat willen ze wel. De medewerker van het wijkteam vertelt Marius dat de arbeidsmigranten vier nachten buiten hebben geslapen, omdat ze geen werk meer hebben en nu naar huis willen vertrekken.
Later op de ochtend krijgt Marius een telefoontje van Stichting Barka, een organisatie die zich inzet voor kwetsbare EU-burgers. Marius: “Het blijkt dat de vier mensen toch ergens in de buurt werk hebben gekregen. Wellicht dat ze in de tussentijd nog naar de dagopvang komen. Twee dagen per week is er ook een medewerker van Stichting Barka aanwezig bij de dagopvang, die veel Oost-Europese talen spreekt.”
Aan het einde van de nacht
Vanaf de fiets scant Marius de straten, stegen en hoekjes. Marius: “Ik weet naar welke kenmerken ik moet zoeken. Het zijn de locaties, de kleding en soms ook de manier waarop iemand loopt of zit die aanwijzen of iemand dakloos zou kunnen zijn.” Vanuit het niets trekt Marius zijn fiets op de stoep. Hij heeft iemand gezien. De man ligt in een slaapzak in een donkere portiek van een discotheek. “Goedemorgen. Leger des Heils. Wil je een ontbijtje?” Marius schenkt een kopje thee in voor de man. De nachten zijn lang voor de mensen die op straat slapen. Marius: “Met de ontbijtfiets tref ik mensen aan het einde van de nacht. Vaak ben ik dan de eerste die ze zien en spreken. En daarbij: we voorzien mensen van de belangrijkste maaltijd van de dag. Dat geeft voldoening.”