Maatschappelijke opvang

Van vijfsterrenhotel tot hangmat in het bos

Het verhaal van Peter

Aan het tafeltje, in een luxe vijfsterrenhotel zit een man die er op het eerste gezicht succesvol uitziet. Witte sneakers, linnen broek, een mooi overhemd onder zijn gestreken pullover. Iedereen zou geloven dat hij hier gewoon verblijft. Maar Peter is dakloos en woont in de maatschappelijke opvang van het Leger des Heils.

Peter vertelt over zijn leven op deze mooie locatie, juist omdat het onderdeel is van zijn verhaal. Hij groeit op in een normaal gezin, maar heeft vanaf jonge leeftijd al veel tegenslagen moeten doorstaan. School is niet echt zijn ding, maar slim en creatief is hij wel. “Als ik iets interessant vond, dan was ik er ook goed in. Maar als het me niet echt lag, dan lukte het me niet. Maar creatief bezig zijn, dat is echt mijn passie,” vertelt hij.

Via YouTube en internet leert Peter zichzelf alles over vormgeven. En met succes. Hij begint zijn eigen bedrijf, en al snel werkt hij voor grote klanten. Peter: “Ik had het goed, verdiende een rijkgevulde boterham. Ik huurde particulier een mooi huis – met voor- én achtertuin - en had alles op de rit.”

'Ik betaalde tegen de €2000,- per maand aan vaste lasten.'

Maar dan komt corona. In eerste instantie is er nog niet zoveel aan de hand. Peter heeft een buffer opgebouwd, gaat goed om met zijn financiën, en houdt het hoofd boven water. Maar naar mate de crisis langer duurt, wordt het steeds lastiger. De grote klanten voor wie Peter werkt, krijgen het ook lastig. Peter: “Op een gegeven moment ben ik om tafel gaan zitten met mijn opdrachtgevers. Toen hebben we besloten de samenwerkingen te beëindigen.” 

Nu wordt het ingewikkelder. Want zonder inkomsten, kan Peter zijn vaste lasten niet blijven betalen. Hij vertelt: “Ik betaalde tegen de €2000,- per maand aan vaste lasten. Dat kon ik nog drie maanden volhouden, maar dan was het wel op. Toen heb ik besloten om de huur op te zeggen. Ik wilde namelijk niet in de schulden terechtkomen.” Zo belandt hij op straat.

'Soms werd ik ’s nachts wakker, en voelde ik mijn voeten niet meer.'

Zonder duidelijk plan, maar met nog een kleine buffer, besluit Peter naar het buitenland te vertrekken. Via Italië en Spanje reist hij door naar zijn eindbestemming: Thailand. Peter: “Het leven daar is goedkoper en warmer. Bovendien kwam de winter eraan. Hier op straat slapen was dus geen optie. Ik leefde van mijn buffer en wat investeringen, en probeerde daar ook aan het werk te komen.” Na bijna vijf maanden blijkt deze situatie ook niet houdbaar, en komt Peter terug naar Nederland.

Eenmaal terug, kan hij nergens terecht. Hij heeft geen woning en geen inkomsten. Van het geld dat hij nog heeft, koopt hij een goede sporttas, een zomerslaapzak en een hangmat. Het is nog steeds winter in Nederland met temperaturen ver onder het vriespunt. “Ik sliep in het bos. Het was zo koud… soms werd ik ’s nachts wakker, en voelde ik mijn voeten niet meer. Op een gegeven moment heb ik letterlijk gebeden: ‘Vader, God, als U me nu thuishaalt, is het goed.’ Maar ik ben er nog.”

Dan komt een van zijn oude opdrachtgevers erachter dat Peter buiten slaapt. “We waren goede vrienden. Hij vond het zo erg, hij heeft een hotel geboekt, dit hotel waar we nu zijn, en ik kon hier een week verblijven. Van een hangmat in het bos, naar een vijf-sterren hotel met een jacuzzi op m’n kamer. Een groter verschil kan er bijna niet zijn.”

'Opgeven is geen optie.'

Een week verblijft hij in het hotel. Daarna kan hij tijdelijk naar het huis van zijn oma, omdat zij naar een verzorgingstehuis moet vanwege een operatie. Zo zwerft Peter rond, van plek naar plek. Uiteindelijk beland Peter in het bos waar hij een kamp heeft opgezet, om hier maanden te overnachten. Het goede leven dat hij ooit had,  verdwijnt steeds verder naar het verleden.

“Ja, dat is wel lastig. Ik had alles, en dan heb je gewoon niks meer. Maar ik moest door blijven gaan. Opgeven is geen optie.”

Uiteindelijk krijgt Peter via de gemeente een plek toegewezen in een maatschappelijke opvang. Niet de beste plek om te verblijven, maar beter dan de situatie waar hij in zat. Peter: “Ik ben oprecht heel dankbaar voor alles wat ik krijg. Een dak boven mijn hoofd, een warme kamer en eten. Natuurlijk hoop ik uiteindelijk weer een eigen plekje te hebben, wat meer rust en stabiliteit,” de ogen van Peter glinsteren als hij vertelt, “maar ik ben gezegend, weet je dat. Ik krijg zo veel. En daar ben ik blij mee.”