Mensenhandel

Van Rij: erkenning op Europees niveau zal slachtoffers mensenhandel écht verder helpen

Waarom erkenning meer is dan een formaliteit

Wanneer de politie een mogelijk geval van mensenhandel onderzoekt, draait het vaak om de dader. Die moet gepakt worden. Zorg voor slachtoffers wordt al gauw ondergeschikt aan het proces van aangifte en vervolging. Onterecht, vindt het Leger des Heils. Het slachtoffer moet centraal staan. Kan een onafhankelijke commissie, die toetst of iemand slachtoffer van mensenhandel is, hier een rol in spelen? We vroegen het Jorn van Rij, senior onderzoeker mensenhandel bij de politie. 

Van Rij deed in de jaren 2008 tot en met 2014 onderzoek onder Hongaarse vrouwen die in Nederland in de prostitutie werkten. Hij bouwde een goede verstandhouding met hen op, onder andere door met maatschappelijk werkers van het Leger des Heils bij hen langs te gaan, en nam interviews af. Maar meer dan vragen stellen kon hij niet, als onderzoeker. Dat gebrek aan handelingsperspectief bracht hem bij de politie, waar hij nu werkt aan de bestrijding van mensenhandel. Want hij moest constateren: bij het merendeel van de vrouwen die ik spreek, zijn signalen van mensenhandel te bespeuren. En mensenhandel: dat kán gewoon niet.

Hoe belanden Europese slachtoffers van mensenhandel in Nederland in de prostitutie?

"Aan vrouwen die in bijvoorbeeld Hongarije, Bulgarije, Moldavië of Roemenië in de prostitutie werken, wordt in Nederland een beter leven beloofd. En er zit een kern van waarheid in deze belofte: de werkomstandigheden zijn hier beter. Mensen die in Nederland in de prostitutie werken, hebben bijvoorbeeld vaak een eigen werkplek en mogen klanten of handelingen weigeren. In Bulgarije en Roemenië zie ik meisjes van soms twaalf, dertien jaar langs de weg staan. Zij moeten instappen bij de eerste, de beste sekskoper, die voor vijf euro met hen mag doen wat ‘ie wil. Als mensen uit deze landen uiteindelijk in Nederland in de prostitutie komen werken, onder veel betere omstandigheden, denken ze dat ze vrijheid hebben. Maar volgens de Nederlandse juridische maatstaven zijn sommigen alsnog slachtoffer van mensenhandel. Dat beseffen ze alleen zelf niet.” 

Hoe gaat een onafhankelijke toetsingscommissie slachtoffers helpen?

“Zo’n commissie moet een bindend advies kunnen uitbrengen. Als de commissie erkent: deze persoon is slachtoffer van mensenhandel, dan moet die erkenning gelden in heel Europa. De erkenning kan een slachtoffer helpen op twee manieren: in het juridische proces en bij de aanvraag van een financiële compensatie. Met zo’n erkenning in de hand hoeft een slachtoffer niet telkens opnieuw diens verhaal te doen. Want telkens opnieuw je verhaal moeten vertellen zonder goede nazorg, is alleen maar belastend.” 

Wie zou er in zo’n commissie moeten zitten?

“Wat mij betreft zou elk lid van zo’n commissie ervaring moeten hebben met slachtoffercontact. Dat is een voorwaarde. Verder zou het een multidisciplinair team moeten zijn. Er zou bijvoorbeeld iemand in kunnen zitten vanuit de maatschappelijke hulpverlening, een medisch expert die verstand heeft van trauma, iemand van de politie en iemand van de Nederlandse arbeidsinspectie. Want mensenhandel in de vorm van arbeidsuitbuiting wordt nu nog weinig erkend.” 

Jorn van Rij is senior onderzoeker mensenhandel bij de politie. Hij is gepromoveerd criminoloog en als professor verbonden aan de universiteit van Pécs, Hongarije.  Hij is ook commissielid van het Nederlandse Schadefonds Geweldsmisdrijven en bestuurslid bij de stichting Reshape.

Hoe kunnen Europese landen het beste samenwerken in de bestrijding van mensenhandel?

“Hiervoor is het P-paradigma ontwikkeld. In de bestrijding van mensenhandel werken we samen aan prosecution (vervolging), protection (bescherming) en prevention (preventie). Later is hier nog een vierde P, die van partnership (partnerschap) aan toegevoegd en wat mij betreft moet hier nog een vijfde P bijkomen: proactiviteit. Europese landen moeten samen proactief mensenhandel in kaart brengen en zorgdragen voor slachtoffers. Dat laatste zou kunnen door de erkenning van slachtofferschap op Europees niveau te regelen, waarvan een nationale toetsingscommissie een vooruitgeschoven onderdeel kan zijn. Een tweede onderdeel van die zorg  is een Europees schadefonds, dat aanvragen voor schadevergoedingen dekt wanneer uitbuiting in een ander land heeft plaatsgevonden.”

Wat is jouw eigen rol in het proactief bestrijden van mensenhandel?

"Ikzelf richt me binnen de politie op een proactieve werkwijze, onder andere door het aangaan van partnerschappen in het onderwijs. We hebben in verschillende landen expertisecentra geopend over mensenhandel, recent nog een op de Hogeschool Rotterdam, die zich richt op criminele uitbuiting. Op deze vorm van uitbuiting hebben we nog maar een paar zaken gedraaid bij de politie, we hebben er weinig zicht op. Jongeren die eerder veroordeeld waren voor een delict, blijken  nu pas – na de veroordeling van hun mensenhandelaar – slachtoffer te zijn. Kinderen en jongeren zijn, net als andere gemarginaliseerde groepen, kwetsbaar voor  mensenhandel. Dat maakt het zo schrijnend. Tegelijkertijd is strijden tegen mensenhandel ongelooflijk zinvol. Er is geen mooier gevoel van vervulling dan te zien dat een slachtoffer opnieuw kan beginnen met zijn of haar leven.”

Het Leger des Heils is betrokken bij de strijd tegen mensenhandel, in Nederland en wereldwijd. Lees er alles over op legerdesheils.nl/mensenhandel