Mensenhandel

Een verbeterde aanpak van gedwongen prostitutie

Als er vermoedens zijn van uitbuiting in de seksindustrie, neemt de politie poolshoogte. Tijdens deze controles gaat het Leger des Heils mee. Waar de politie zich richt op wetshandhaving, biedt het Leger hulp en ondersteuning aan de slachtoffers. Een goede samenwerking, zo blijkt uit de praktijk.

Midden in het centrum van Groningen, in de schaduw van de Akerk, bevindt zich het meetingpoint: een plek waar sekswerkers terecht kunnen met vragen, een gesprek, of simpelweg om even tot rust te komen. Vanuit deze plek werken de maatschappelijk werkers en het outreachende team van Time2Connect: een samenwerking tussen het Leger des Heils en Terwille, die zich richt op mensen in de prostitutie.

Een van de vaste gezichten daar is Meike. Als maatschappelijk werker prostitutie, gespecialiseerd in slachtoffers van mensenhandel, onderhoudt ze contact met de – veelal – vrouwen die werkzaam zijn in de Groningse seksindustrie. Veel van deze vrouwen ontmoet ze ‘op straat’. Meike: “Eigenlijk is mijn rugzak mijn bureau, en mijn auto mijn kantoor. Ik ben vooral op stap, om de vrouwen op te zoeken op de plekken waar ze werken.”

'Soms zijn er duidelijke signalen. Zo kan je zorgelijke informatie halen uit seksadvertenties, waardoor er alarmbellen gaan rinkelen'

De signalen

Meike is inmiddels een bekend gezicht voor de sekswerkers. Maar of ze worden uitgebuit, blijft lastig te achterhalen. Het misbruik speelt zich namelijk vaak achter de voordeur af. En om achter die voordeur te komen – om mensen echt te kunnen helpen of daders te pakken – is een goede samenwerking nodig met politie en de zorgcoördinator. In Groningen en Drenthe is zo’n samenwerking succesvol van de grond gekomen.

De verschillende partijen die samenwerken, hebben allemaal hun eigen rol. De politie heeft de kennis, middelen en bevoegdheden om onderzoek te doen, misstanden te signaleren en strafrechtelijk onderzoek te doen. De zorgcoördinator kan vanuit verschillende instanties en de gemeente signalen binnenkrijgen, en deze doorgeven. Het Leger des Heils richt zich op de hulp en ondersteuning aan slachtoffers.

Met enige regelmaat gaan speciale politieteams langs bij mensen die vermoedelijk het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting en mensenhandel. Aan zo’n bezoek gaat heel wat vooraf. De politie onderzoekt of er mogelijk sprake kan zijn van uitbuiting en dwang. Meike: “Soms zijn er duidelijke signalen. Zo kan je zorgelijke informatie halen uit seksadvertenties, waardoor er alarmbellen gaan rinkelen.”

Controles

Als de vermoedens sterk genoeg zijn, kan de politie besluiten om controles uit te voeren. Meike: “Tijdens deze prostitutiecontroles gaat een outreachend medewerker van Time2Connect mee met de politie.” De rol van Meike tijdens deze controles kan steeds anders zijn. Maar een ding staat vast: zij is er voor de sekswerker. “Natuurlijk ontfermt de politie zich ook over de mogelijke slachtoffers. Maar ik ben juist niet van de politie. Dat is voor deze mensen vaak al een hele geruststelling, omdat ze regelmatig uit landen komen waar de politie corrupt is. Ik ben er om naar ze te luisteren. En om vragen te stellen, over het welzijn en de gezondheid van iemand. Ik vind het belangrijk om echt te onderzoeken hoe het met iemand gaat.”

“Wanneer er vermoedens zijn van uitbuiting of iemand geeft aan uit de prostitutie te willen stappen, bieden we altijd meteen een veilige plek. Hier kunnen de vrouwen tot rust komen. Vanuit daar kijken we dan weer naar de toekomst.” Maar vaak komt het tijdens zo’n eerste controle niet tot een concrete hulpvraag, volgens Meike. “Indien we geluk hebben, krijgen we een eigen telefoonnummer. Dan kunnen we de dag erna nog een keer contact opnemen. We houden het basic en laagdrempelig. Soms kan het heel lang duren voor iemand een hulpvraag stelt, soms gebeurt het helemaal niet. Maar we zijn er als ze ons nodig hebben.”

Schrijnend

Meike: “Tijdens zo’n bezoek heb je ook verschillende verantwoordelijkheden. De politie zoekt naar bewijzen om eventueel een strafrechtelijk onderzoek naar de daders te kunnen starten. Als hulpverlener kan ik me richten op de persoon. Ook als er niet genoeg bewijzen zijn voor uitbuiting, kan de situatie nog steeds zo schrijnend zijn, dat we als hulpverlener betrokken blijven.”

Het bewijzen van uitbuiting of mensenhandel is enorm complex. Bewijs namelijk maar eens dat iemand wordt gedwongen, als het slachtoffer zelf – evengoed onder dwang – blijft volhouden dat het vrijwillig is. Meike: “Door ervaring, leer je wel signalen herkennen. Met enige regelmaat zit ik bij vrouwen op de bank die in hun advertenties zeggen van alles te doen, maar ze ogen zó kwetsbaar dat het eigenlijk niet kan kloppen. Dan is het belangrijk om open en eerlijk met elkaar het gesprek aan te gaan. Dat begint eigenlijk altijd met de vraag: ‘Hoe gaat het nu écht met je?’ Van daaruit gaan we verder.”

Bijstaan

De samenwerking met de politie gaat verder dan alleen de gezamenlijke bezoeken. Hulpverleners van het Leger des Heils mogen in sommige gevallen, en onder bepaalde voorwaarden, vrouwen die aangifte besluiten te doen ook bijstaan tijdens dat proces. Meike: “Voor een slachtoffer van seksuele uitbuiting kan het doen van een aangifte enorm ingrijpend zijn. Je moet details delen en dingen vertellen die ontzettend kwetsbaar zijn. Het kan dan helpen als er een hulpverlener, die je vertrouwt, bij is. Soms mogen we erbij zijn tijdens het verhoor, andere keren zitten we gewoon op de gang en is dat al genoeg voor de vrouwen.”

'Vaak hoor ik: 'In onze gemeente speelt het niet'. Maar mensenhandel komt vaker voor dan mensen denken'

Hier niet

Het Leger des Heils werkt niet alleen samen met de politie. Ook met de zorgcoördinator mensenhandel zijn goede contacten. Mirjam Wijma is zorgcoördinator mensenhandel in Drenthe. Zij onderstreept het belang van samenwerking. “Vaak hoor ik: 'In onze gemeente speelt het niet'. Maar mensenhandel komt vaker voor dan mensen denken'. Een snelle blik op online pagina’s met seksadvertenties laat dan zien dat er zo enkele tientallen vrouwen worden aangeboden. Om dat aan te pakken, hebben we elkaar nodig.”

Hoe de lijnen precies lopen, verschilt per casus. Soms komen er signalen binnen bij Mirjam, die zij kan delen met Meike. Andersom kan Meike ook contact opnemen met Mirjam, als er vermoedens zijn van mensenhandel. Mirjam: “Die goede contacten tussen de partijen zijn heel belangrijk. Bij de mensen die wij tegenkomen, zijn vaak al veel partijen betrokken: politie, GGD, hulpverlening, woningcorporaties en gemeenten. Al deze partijen werken al snel op hun eigen ‘eiland’. En door de AVG is het delen van gegevens niet gemakkelijk. Je loopt dan kans om signalen te missen.”

Complex

Gedwongen prostitutie is een complex probleem, beamen Meike en Mirjam. Vaak valt niet aan te tonen dat er sprake is van dwang en bovendien zijn slachtoffers veelal bang om aangifte te doen. Daarnaast werken de mensenhandelaren door het hele land. Mirjam: “De vrouwen worden regelmatig verplaatst. Dan heb je ze net in het vizier, zijn ze opeens weer weg.” Meike voegt toe: “Bovendien is er vaak al sprake van andere kwetsbaarheden, al dan niet ontstaan door eerdere trauma’s. En de betrokkenen vinden meestal zelf niet dat ze in een hele onveilige situatie verkeren.”

Vraag en aanbod

Maar er is nog een probleem: de vraag. Want die bepaalt het aanbod. En de vraag is groot, ziet Mirjam. “We zien in toenemende mate vraag naar jonge kinderen. De gemiddelde leeftijd van slachtoffers van mensenhandel ligt tussen de 12 en 24 jaar. Daar zitten slachtoffers tussen van andere vormen van uitbuiting, maar zeker ook slachtoffers van seksuele uitbuiting. Zolang de vraag naar sekswerkers groot blijft, zal het voor handelaren lucratief zijn.” Een groeiend probleem is ook het ronselen van jonge meiden, van bijna 18 jaar. Mirjam: “Loverboys zoeken kwetsbare meiden op. Denk aan meiden die te maken hebben met jeugdzorg. Zodra zij 18 worden en de hulpverlening wegvalt, hebben loverboys en handelaren ‘vrij spel’. Deze jonge vrouwen hebben bescherming nodig.”