Domus  opvang Tilburg Leger des Heils

Een thuis in Tilburg

Maatschappelijke opvang Tekst: Geke van Wijnen / Beeld: Tirza Beekhuis

Een trapveldje met een verdwaalde voetbal, fietsenrekken voor een gebouw en oranje zonneschermen voor de ramen van bejaardenwoningen. Het is een warme zomerdag in Tilburg. Hier werd onlangs een Domus geopend in een oud schoolgebouw in de wijk Broekhoven-Oerle. Op deze locatie verblijven mensen uit de omgeving die geen vaste woonplek hebben. Vaak heeft dat te maken met verslavingsproblematiek. Voor hen is de Domus een rustpunt, een thuis, een plek waar zij geaccepteerd worden ondanks hun soms problematische gedrag.

“Bij sommigen zie je dat ze gaan minderen in gebruik (...) Het scheelt dat ze zich niet meer druk hoeven te maken om een slaapplekje.” - Teamleider Linda

Harrie* (41) is blij met zijn plek in de Domus. “Ik heb hier een eigen toilet”, vertelt hij enthousiast. Hij is opgegroeid in de buurt en kent de omgeving goed. Hij was enig kind, zijn moeder had angststoornissen en zijn vader werkte veel. In de  vensterbank ligt een foto van zijn oma, bij wie hij als kind een half jaar gewoond heeft. Harrie is een man die gemakkelijk contact maakt. Hij praat snel en graag.

Buurtbewoners zagen er aanvankelijk tegenop

“Ik ben altijd buiten met mijn biertje, dat is mijn verslaving”, zegt hij. “Ik weet dat de buurt er tegenop zag dat hier een Domus kwam. Ze wilden niet dat er verslaafde mensen kwamen in een wijk waar kinderen zitten. Nu zijn buurtbewoners wel geïnteresseerd als ik een praatje met hen maak. Als ik over mijn situatie vertel, begrijpen ze mij beter.”

Domus als rustplek

Harrie vertelt dat veel wijkbewoners bang waren dat het drank- en drugsgebruik zich zou verspreiden door de wijk. Het is echter verboden om binnen een straal van drie kilometer rondom de Domus te gebruiken of te dealen. Op de kamers van deelnemers wordt het gebruik van drank of drugs wel gedoogd. “Dat geeft meer rust”, vertelt begeleider Sanne. “Bij  sommigen zie je ook dat ze gaan minderen in gebruik, omdat ze niet meer hoeven te jagen om iets te krijgen. Het scheelt dat ze zich niet meer druk hoeven te maken om een slaapplekje.” Deelnemer Corry* bevestigt dit beeld: “Je wordt hier geaccepteerd zoals je bent. Soms maak je fouten, maar de begeleiding is vergevingsgezind.”

Meldingen uit de buurt

Teamleider Linda: “Er zijn wel incidenten. We hebben afspraken met de buurt: als ze overlast ervaren, mogen ze ons bellen. Soms wordt die overlast niet veroorzaakt door een van onze deelnemers, maar ook die meldingen pakken we op.” Er hangt een foto van beide wijkagenten in het personeelskantoortje in de Domus. “Die proberen hier wekelijks even te landen voor een kop koffie”, zegt Linda. “Zo leren ze ons en onze deelnemers kennen en kunnen ze vinger aan de pols houden.”

Domus Tilburg Leger des Heils

Tuintjes verzorgen

Jeffrey* (24) woont sinds maart in de Domus. De deelnemers kwamen niet allemaal tegelijk in de Domus wonen, zodat ze aan elkaar en de buurt aan hen kon wennen. Jeffrey spreekt met een zachte g en heeft zachte, bruine ogen. “Ik ben een beetje warrig”, zegt hij, “ik heb net iets genuttigd.” Als kind slikte hij ritalin omdat hij ADHD had, nu is het amfetamine of een biertje, vertelt hij. “Als ik gebruikt heb, is het stil in mijn hoofd. Met de rust die ik dan heb, krijg ik creatieve ideeën.” Dat is te zien op de binnenplaats van de Domus: daar ligt zijn moestuin annex siertuin. Hij heeft een  courgetteplant, tomatenplanten en een druivenrank die tegen het rookhok opklimt. Als hij straks een beetje gewend is aan zijn nieuwe plek, wil hij graag oudere buurtbewoners helpen met hun tuin, vertelt Jeffrey. Hij heeft al kennisgemaakt met  wat mensen. “Bij één iemand was ik zeer tevreden over het gesprek, dat was een hele aardige vrouw. We hebben met elkaar besproken of ik iets kan betekenen in tuinwerk. Zo probeer ik met iedereen contact te krijgen en mijn hobby uit te oefenen.”

Iets betekenen voor de wijk

Dit is wat ze willen met de Domus, benadrukt teamleider Linda: iets positiefs brengen in de wijk. “Dat is een plan voor de langere termijn. We moeten realistisch zijn: de overlast zal nooit helemaal verdwijnen. Maar zolang we in gesprek blijven, kunnen we het onder controle houden.” Ze vertelt dat ze al met kleine dingen zijn begonnen: papier prikken in de wijk en  donuts uitdelen. “Ik hoop dat we over een jaar kunnen zeggen: we zijn aan elkaar gewend.” 

* Om de privacy van deelnemers te beschermen, zijn hun namen in dit artikel veranderd.

Wil jij ook iets betekenen voor deze groep kwetsbare mensen? Kijk dan eens bij onze 'beschermd wonen'-vacatures of ons vrijwilligerswerk