In de Domus vindt Marjorie na vijftien jaar eindelijk rust

Beschermd wonen
Leestijd: 2 minuten
Tekst: Elian Yahye / Beeld: Lin Woldendorp

In de Domus in Zwolle krijgt Marjorie haar leven weer op de rit. Al kan ze soms door al het leed in de wereld de slaap niet vatten. Haar zoontje vrolijkt haar op zulke momenten op. ‘Ik hoop dat we binnenkort weer samen kunnen wonen.'

Marjorie komt iets later aan bij het interview. Ze moest nog een goede outfit kiezen. De zakken vol kleding die ze geregeld wegdoet ten spijt, puilt haar kledingkast nog steeds uit. Ze had dus veel opties om uit te kiezen. Marjorie is een fashionista met een eigen stijl en een brede smaak. Die heeft ze opgedaan door zich jarenlang onder te dompelen in zo’n beetje elke subcultuur die je maar kunt bedenken. “Rap, trance, gabber, skaters – ik heb alles uitgeprobeerd. Ik ben niet zo’n meelopertje.”

Mini-kermis

Marjorie woont sinds kort in de Domus, een opvangplek van het Leger des Heils in Zwolle. Daarvoor zat ze zeven jaar in een afkickkliniek, maar dat beviel haar niet. “Ik moest altijd om elf uur naar bed en werd als een klein kind behandeld. Hier nemen de mensen je serieus, en je kunt lekker socializen met de medebewoners. Ik heb ook mijn eigen kamer ingericht.” Lachend: ”Het is een soort mini-kermis: er liggen vijftig e-smokers in alle kleuren, knuffeltjes, potjes - alles door elkaar.”

'Ik heb tegen God gezegd: praat met me,  want er is iets niet helemaal goed met jou.'

Levensvragen

Elke dag gaat Marjorie een stukje fietsen om een frisse neus te halen. ”Voor het eerst in vijftien jaar heb ik een beetje rust gevonden. Mijn lichaam was echt op, mijn botten doen gewoon pijn. Ik lijk wel tachtig, soms slaap ik de hele dag.” Slapen gaat alleen niet altijd even makkelijk. Marjorie piekert veel over levensvragen, en het leed in de wereld kan haar naar de keel grijpen. “Oorlogen, honger, kinderen die geen kleding hebben. Ik maak me echt zorgen. Soms denk ik: Poetin, gooi er maar een bom op, want dan is het klaar!” Ze wijst naar een van de vele tattoos op haar gezicht: een vraagteken op haar voorhoofd. “Dat is precies hoe ik me voel: ik snap het allemaal niet. Waarom zit de wereld zo in elkaar? Ik heb tegen God gezegd: praat met me,  want er is iets niet helemaal goed met jou.”

De betere versie van mij

Het is haar achtjarige zoontje dat haar op zulke momenten weer opvrolijkt. Elke twee weken bellen ze met elkaar, en Marjorie hoopt dat ze snel weer samen kunnen wonen. “Gisteren hebben we voor het eerst live gevideobeld, nadat ik hem zeven jaar niet had gezien. Hij heeft al vriendinnetjes – kun je het je voorstellen? Echt een casanova!” Wat ze het leukst aan hem vindt? ”Alles! Hij is schitterend van top tot teen. Ik zeg altijd: hij is de betere versie van mij. Hij is nóg liever, nóg directer en heeft een nóg grotere eetlust: hij eet zonder moeite zes frikandellen en twee bakjes patat.” En als Marjorie soms iets te hard van stapel loopt met haar verhalen, brengt hij haar weer tot rust. “Dan zegt hij: ‘Wat ben je druk, mama, met al je flauwe mopjes. Kun je even wat rustiger zijn?’ Prachtig, toch?”