Deelnemer Aad en begeleider Lisa over hun bijzondere band

Deelnemer Aad en begeleider Lisa over hun bijzondere band

'Ik zeg gewoon wat ik denk'

Beschermd wonen Beeld: Marleen Kuipers

AAD EN LISA KENNEN ELKAAR VAN DE BESCHERMD WONEN-LOCATIE IN DORDRECHT. AAD WOONT DAAR EN LISA IS SINDS EEN JAAR ZIJN BEGELEIDER. ZE PRATEN OVER HUN BIJZONDERE BAND.

Lisa: “Jij was aan het begin wel gemeen hoor, Aad.”

Aad: “Wij praten samen anders. Het gaat niet over koetjes en kalfjes. Maar dat heeft wel even zijn tijd nodig. Ik zeg gewoon wat ik denk. Ik ben Kralingenaar, wetteloos en goddeloos. Maar niet slecht tegen vrouwen, of zo. De meeste mensen praten niet over waar ze echt over willen praten. Tegen jou zeg ik ook gewoon wat ik denk.”

Lisa: “Maar dat is wel een beetje hoe jij bent hè, jij wilt graag praten over moeilijkere dingen.” 

Aad: “Ja, over dat ik de oorlog heb verklaard in 2002, en nu leven we in een politiestaat.”

Lisa: “Ja, maar weer even terug naar onszelf. Ik wil over ons praten.”

Aad: “Lisa kan twee uur achtereen met mij praten. Ik kan wel oprecht zijn bij jou. Je bent een eigenwijze meid, maar op een goede manier.”

Lisa: “Ik ben niet eigenwijs!”

Aad: “Wel waar, je wil het laatste woord hebben.”

Lisa: “Jij zei vanmorgen nog dat je zelf gemaakt bent om eigenwijs te zijn. Maar goed, ik kwam er op een gegeven moment wel achter dat jij heel zorgzaam bent. Toen ik eens echt heel erg rugpijn had, kon ik niet goed lopen. Je zei toen dat je mijn pijn wel wilde overnemen. Nou, daar moest ik toen wel bijna een traantje om laten. Sindsdien weet ik wel dat je niet echt gemeen bent.”

Aad: “Ja, nou ja, zo is het, ja.”

Lisa: “Wij kunnen best wel lelijk tegen elkaar doen maar het is daarna wel weer goed. Aad vindt dat ik me dingen te persoonlijk aantrek. Ik vind het heel leuk om na te denken over wat Aad zegt. Sommige vraagstukken die jij hebt, die heb ik op school gehad bij filosofie.”

Aad: “Je hebt 3D nodig om jezelf te begrijpen. Ik help mensen om dat te begrijpen. Lisa ook. Ze zit wel veel te veel achter de computer.”

Lisa: “Nou, we praten toch ook?”

Aad: “Ja, maar dat is anders dan op moleculair niveau.”

Lisa: “Ja, dat is waar.”

Aad: “Met Lisa heb ik wel zo’n soort band als dat ik met mijn dochter heb.”

Lisa: “Ooooh, wat lief, Aad! Oh, dat vind ik leuk om te horen.”