‘Iedereen verdient toch een normaal leven?’

Tiffany werkt aan haar verslaving én haar trauma's

Beschermd wonen Tekst: Wilfred Hermans / Beeld: Marleen Kuipers

Als íemand redenen zou hebben om het bijltje van het leven erbij neer te gooien, is het Tiffany. Toch gaat juist zij de strijd met haar trauma’s aan. Ze wil vooral later anderen kunnen helpen, als ervaringsdeskundige. “Ik ben zo vaak neergeslagen, maar ik sta elke keer weer op, steeds een stukje sterker.”

Mijn vader dronk drie kratten per week, gooide soms de ramen in of sloeg gaten in de muur. Dan moesten wij midden in de nacht naar oma toe, in onze pyjama, achter op de fiets, laarsjes aan. Dagelijks werd er met spullen gegooid; m’n moeder met pannen naar m’n vader, m’n vader met een schaar naar m’n broertje, dat ding bleef steken in de deurpost. Dat soort dingen.”

Tiffany (33) vindt het interview spannend, maar wil haar verhaal vertellen om anderen te inspireren. “Ik heb een aardige rugzak en heb daardoor gezien hoe het in de zorg ook mis kan gaan. Mensen krijgen niet altijd de zorg die ze nodig hebben. Afleiding? Een uurtje wandelen? Nee, het enige wat ze willen, is zich veilig voelen, een knuffel. Door aanraking voelen dat er iemand voor hen is. Dan hoeft er niet eens gepraat te worden. Gelukkig heb ik zulke begeleiders. Zij staan altijd klaar, geven nabijheid wanneer ik vertrouwen mis en kijken niet op de klok als tijdens een afspraak blijkt dat ik tien minuten extra nodig heb.”

Sprong in het diepe

Sinds november woont ze in Nieuw-Amsterdam (Drenthe), in De Breehof, op een Beschermd Wonen-locatie. Op een arm staat de tekst ‘Dream it & do it’ getatoeëerd, iets verderop de naam van haar kat. Tiffany zette de tattoo omdat men het beestje wegens blaasgruis zou laten inslapen, maar als door een wonder knapte de kat weer op. Ze waren maatjes; Tiffany ging zelfs voetballen met de kat – althans, niet met de kat zelf, zegt ze er haastig bij. Inmiddels is de poes bij haar ex. Op Tiffany’s pols staat het ‘dagaz’-symbool. “Dat is een rune die betekent dat je het verleden achter je moet laten en soms een sprong in het diepe moet wagen. Dat heb ik zelf ook gedaan, ja, heel vaak. Maar: ik ben er nog niet.”

‘Voor mijn ouders was drank belangrijker dan hun kinderen’

Uit wat voor familie kom je?

“Geen goeie”, lacht Tiffany schamper, iets wat ze tijdens het gesprek vaker zal doen. Zo’n lachje is buitenkant, zegt ze even later, iets wat ze zichzelf heeft aangeleerd. “Voor mijn ouders waren de computer en drank belangrijker dan hun kinderen. Mijn vader was computerverslaafd en altijd dronken en agressief; zijn moeder – mijn oma – heeft zich doodgedronken. Mijn moeder was bijna nooit thuis. Naar mijn broertje werd niet omgekeken, ik stond er alleen voor. Mijn oma’s trokken hun handen van ons af en geloofden me niet als ik om hulp vroeg. Als ik iets tegen mijn moeder zei wat zij niet kon hebben – ook al bedoelde ik het goed – dan wachtte ze tot ik kwetsbaar was en dan trapte ze me de grond in. Terwijl zij altijd werkte, hield m’n vader mij weg van school omdat hij andere plannen met me had. Mijn vader zit inmiddels vast in een tbs-kliniek, m’n moeder heeft vooral aandacht voor haar vriendjes; verder houdt ze zich bezig met drugs en spoort mij aan hetzelfde te doen.”

‘Ik ben zo vaak neergeslagen, maar sta elke keer weer op’

PTSS

Ze heeft haar verhaal al veel vaker moeten vertellen, zegt Tiffany. “Daarom kan ik het vertellen zonder gevoel, maar op die momenten besef ik ook steeds weer wat ik gemist heb. Mijn begeleiding merkt nu pas dat ik een hechtingsprobleem heb, en PTSS. Daarom is er bijvoorbeeld wel aan mijn agressie gewerkt, maar nooit eerder aan mijn trauma’s; dat gaat binnenkort pas gebeuren. Soms begin ik begeleiders langzamerhand te vertrouwen, maar als ze dan weer vertrekken, voelt het alsof ik weer opnieuw moet beginnen – ook al weet ik dat dit niet zo is.”

Hoe kijk je vooruit naar die komende traumabehandeling?

“Ik ben er best bang voor. Tot nu toe drukte ik die herinneringen altijd weg. Ik wíl die behandeling wel, want ik wil van de trauma’s af; daarvoor moet ik ze herbeleven, vijf dagen per week. Maar ik ga het aan omdat ik sterker wil worden. Ik wil mijn eigen keuzes kunnen maken en niet het gevoel hebben dat ik steeds teruggetrokken word. Want zo voelt het vaak; alsof mijn begeleider voor me staat en ik daarnaartoe wil, maar mijn vader, moeder en broertje houden me vast waardoor ik geen kant op kan. Steeds als er wat goeds gebeurt, staan daar vijf slechte dingen tegenover.” Lachend: “Alsof ik de wet van Murphy heb aangetrokken. Kan ik daar niet eens vakantie van krijgen?”

Tiffany deed vrijwilligerswerk op een hondenschool en in een theater, maar nu even niet. Haar hoofd is, zeker met de komende traumabehandelingen, even te vol. Stilzitten doet ze echter niet. “Ik ben best handig en creatief, al zeg ik het zelf. Tekenen, schilderen – laatst heb ik de veertig buien van Donald Duck geschilderd –, houtbranden, gitaar spelen, filmpjes maken. En die picknickbanken daar heb ik zelf in elkaar gezet. Verder ben ik goed in ordenen; vanmorgen heb ik de voorraadkast voor de begeleiding opgeruimd, die was een puinhoop.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Wolf

Tiffany tekent vaak wolven en dat is niet voor niets. “Ik geloof dat iedereen een krachtdier heeft en zich daartoe aangetrokken voelt. Voor mijzelf is dat de wolf. Die kan goed alleen zijn, maar ook samen, en komt op voor wie belangrijk voor ‘m is. Al sla je een wolf vijftien keer neer, de zestiende keer staat ‘ie gewoon weer op. Zo zie ik mezelf ook. Ik ben zo vaak neergeslagen, maar sta elke keer weer op, steeds een stukje sterker. Er zijn wel dagen dat ik denk: laat alles maar zitten. Wat mij overeind houdt, is dat ik jongeren wil helpen die in vergelijkbare situaties zitten als waarin ik heb gezeten. Ik weet nog heel goed waar ik als kind naar verlangde: nabijheid, iemand die je beschermt, twee armen om je heen waardoor je je veilig voelt. Ik ervaar dat nu pas, op m’n drieëndertigste. Uiteindelijk wil ik ervaringsdeskundige worden om de jeugd te helpen; er te zijn, een luisterend oor te bieden. Als je voelt dat die ander iets vergelijkbaars heeft meegemaakt, ervaar je al verbinding en begrip. Dát is wat je wil in zo’n situatie. Ik hoef daar geen salaris voor, iedereen verdient toch een normaal leven?”

‘Emoties zijn rare dingen’

Voor Tiffany zijn – anders dan voor haar ouders – drank en drugs nooit een manier geweest om met de pijn in haar leven om te gaan. Rode strepen op haar arm verraden wat haar manier is. “Dat is om mijn gevoelens onder controle te houden. Emoties zijn rare dingen... Eergisteren was het weer even... mis. Vijf minuutjes vergeet je dan de pijn vanbinnen, want je voelt andere pijn; vijf minuutjes heb je de controle. Als dat de manier is om te voorkomen dat je hier alles sloopt als je wordt getriggerd, dan... gebeurt dat. Wat me op zo’n moment zou helpen? Nabijheid. Het vertrouwen dat ik er mag zijn. Dat me niks kan gebeuren. Maar soms kan dat stukje niet gegeven worden, dan is het vertrouwen er nog niet helemaal of zijn de juiste mensen niet op de werkvloer. Dat blijft een puzzel.”

Je bent heel muzikaal. Is er een soundtrack die bij jouw leven past?

“Ik denk mijn eigen liedje. Dat zegt veel over hoe mijn leven was, is en hopelijk zal zijn.” Tiffany laat het liedje horen op haar telefoon. Het is gefilmd door haar begeleider, een theaterdocent zingt mee en Tiffany speelt gitaar, vol overgave. Daarna: “Het begin van het liedje gaat erover dat ik nog moet veranderen, aan het einde bén ik veranderd.”