“Ik ben dankbaar dat ik hier zit”, vertelt Sebastiaan (46). We spreken elkaar in de lunchroom van 50|50 Food op de Noordkaap, waar hij sinds oktober dit jaar een woning heeft. Volgens Sebastiaan is dat dankzij de inzet van zijn wachtlijstbegeleider Aart Kraak. “Als ik Aart niet had gehad, was ik er niet meer geweest. Het is natuurlijk zijn werk, maar hij gaat wel een stapje verder...”
“Sebas is een voorbeeld dat lange wachtlijsten leiden tot terugval en, heel eerlijk, soms tot het stoppen van trajecten en zorg met alle consequenties van dien”, stelt Aart. “Een deelnemer denkt dan ook, laat maar, ik heb er geen vertrouwen meer in. Als medewerker kun je dan lang op hen inpraten, maar soms lukt dat echt niet.”
Onder dak
Al op de basisschool begint Sebastiaan met drinken. Hij raakt verslaafd en belandt op straat, waar hij jarenlang leeft. “Ik liep de halve dag inloophuizen af, zodat ik even warm zat”, vertelt hij. “Maar alles gaat op een gegeven moment dicht, dan ging ik naar de bibliotheek tot sluitingstijd. Uiteindelijk kenden ze me daar ook. Ik had nergens meer onderdak, niet bij mijn beste vriend, mijn zus of mijn moeder. Alles was weg. Ik was iemand zonder hoop en zonder dromen.” Via de Regenboog Groep kwam Sebastiaan in contact met een maatschappelijk werker, kreeg hij een postadres een een uitkering. Later werd hij via het Leger des Heils in contact gebracht met Aart, die hem verder hielp.
Onvoorspelbaar
Wachtlijstbegeleiders begeleiden mensen totdat ze stabiel in een 24-uurs maatschappelijke opvang zitten, vanwaar ze hopelijk doorstromen naar een eigen woning. Aart: “Ik ga een intensief traject met hen aan, waarbij we beginnen met de praktische punten, zoals een postadres regelen en post openen, maar ook schulden in kaart brengen en een zorgverzekering aanvragen. De ondersteuning daarbij is vaak wel ingewikkeld. Je biedt hoop, maar je kunt niks beloven. Heel vaak hebben deelnemers alleen de vraag: ‘is er een plek voor mij?’. Maar of die plek er komt en wanneer, dat blijft onvoorspelbaar. Als je op straat leeft, ben je overgeleverd aan het systeem. Ik heb echt keihard moeten vechten voor deze man.”
Terugval
Sebastiaan loopt regelmatig tegen de beperkingen van instanties op, waar hij alleen niet kan doordringen. “Het is een feit dat ik dit alleen niet had gekund. Alleen via een instantie zoals Leger des Heils kom je erdoorheen. Ik zit hier voor mijn alcoholgebruik, als ik de straat op ga, val ik weer terug. Aart bleef aandringen dat ik iets aan mijn alcoholprobleem moest doen. Ik gaf anderen de schuld, maar wist dat het mijn eigen verantwoordelijkheid was. Hij probeerde hulp te regelen, maar ik dacht steeds: ‘En dan? Dan sta ik weer op straat.’ Toen bleek ook nog dat mijn lichaam er slecht aan toe was. Ik at nauwelijks, gaf mijn laatste euro liever uit aan een biertje dan aan eten of shag. Op een gegeven moment voelde ik dat ik kapotging. Aart hielp me met bloedtesten en regelde binnen drie dagen een plek in een detox. Twee weken later stond ik weer buiten en ging het opnieuw mis. Aart zocht overal naar een oplossing en vond uiteindelijk een plek voor me in Zuid-Afrika. Ik had niets meer te verliezen, dus ik ging.”
Na het verblijf in een detox in Zuid-Afrika, kwam Sebastiaan dankzij inzet van Aart terecht in een Safehouse in Nederland. Daarna kon hij, na een kort verblijf bij een gemeenschappelijk contact, terecht op de Noordkaap bij Leger des Heils Groepswonen. Aart: “Als dat er niet was geweest, dan had hij niet meer geleefd. Dat durf ik wel zo te stellen. Als er niet zo hard voor Sebas was gevochten, dan hadden de lange wachtlijsten zijn dood betekend.”
Thuisbasis
“Deze problematiek komt door gebrek aan woningen”, stelt Sebastiaan. “Ook het Leger des Heils kan niet toveren als er geen plek is. En dat is wel je nummer 1. Een thuisbasis is je fundament. Anders kun je niks opbouwen. Als je de hele tijd ergens anders naartoe moet, kost dat al je energie en kom je niet vooruit. Het feit dat ik nu een thuisbasis heb voorkomt dat ik weer terugval. Mijn droom is om een eigen bedrijf te beginnen als loodgieter volgend jaar.”
Voor het eerst heeft Amsterdam deelgenomen aan de ETHOS-telling- en de uitkomst is ronduit zorgwekkend.
Niet alleen mensen die op straat leven, maar ook duizenden Amsterdammers die noodgedwongen bij familie, vrienden of in een auto slapen, zijn eindelijk meegeteld. 13.000 mensen zonder stabiel thuis in één stad: een stille crisis die nu luid en duidelijk in beeld komt. Wat we al zagen op straat is nu bevestigd in data.