Esthella Wulffelé werkt als persoonlijk begeleider op de maatschappelijke opvang voor jonge, dakloze vrouwen (MO meiden). “Ik wil deze meiden laten zien dat ik hoop heb, dat ik perspectief en een goede toekomst voor ze zie. Ondanks hoe ze zich nu gedragen, ondanks wat er tot nu toe allemaal is gebeurd.”
Wat trekt je aan bij deze doelgroep?
“De overgang van kind naar volwassene vind ik enorm interessant. Hoewel het best een lastige fase kan zijn, kun je als begeleider nog een verandering teweegbrengen. Je hebt interessante discussies en ze ontwikkelen zich tot zelfstandige individuen die hun eigen keuzes maken, op basis van hun eigen persoonlijkheid en wat ze hebben geleerd.”
Hoe komen de meiden hier terecht?
“De meiden die hier binnenkomen, hopten binnen hun netwerk al van plek naar plek, of zwierven op straat. Wie dakloos is, of dat dreigt te worden, kan terecht bij het Daklozenloket van de gemeente Den Haag. Daar wordt gekeken of je terecht kan in een gewone opvang. Daar zitten mannen en vrouwen door elkaar, met een gemiddelde leeftijd tussen de 35-40 jaar. Jongvolwassen meiden zijn daar meestal te kwetsbaar voor. Die passen daar niet goed tussen. Ze hebben geen, of een ongezond netwerk, maar wel een verleden van misbruik, onveilige hechting en/of ernstige psychische of gedragsproblematiek. Op dit moment staan er meer dan 5 meiden op de wachtlijst voor opvang bij de MO meiden. Deze meiden leven nu op straat of verblijven in een ongezond netwerk, en komen zo eigenlijk tussen wal en schip terecht.”
Waarom passen deze meiden niet in een gewone opvang?
“Ze zijn dan wel streetwise, maar als 22-jarige heb je sowieso minder ervaring op straat dan iemand van 38. En daar wordt snel misbruik van gemaakt. Daarnaast maken deze jonge vrouwen snel de verkeerde keuzes. Keuzes die gebaseerd zijn op wat ze nú nodig hebben. En een gewone opvang is massaler. Hier moeten we met 20 jongeren al moeite doen om de wat stillere dames voldoende aandacht te geven. In een reguliere opvang zitten soms wel 100 mensen bij elkaar.”
"Vertrouwen is de grootste winst die we hier kunnen behalen"
Hoe komen de meiden hier binnen?
“De meiden die hier binnenkomen, zeggen altijd: ‘Ik heb alleen een woning nodig, en dan komt alles goed’. Maar dat is niet zo. Als je zo jong bent en je hebt op straat geleefd, dan ben je getraumatiseerd en zit je in de overlevingsstand. Een relatie met ze opbouwen is vaak ingewikkeld maar ook superbelangrijk, anders bereik je niets. Dat betekent betrouwbaar zijn, er echt zijn voor deze meiden, die in hun leven al vaak verlaten zijn. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet. Als een jongere jou als hulpverlener niet vertrouwt, gaat ze ook niet naar de huisarts of wie dan ook in het professionele circuit. Vertrouwen is de grootste winst die we hier kunnen behalen.
Wat ik in het begin doe, is laten zien dat ik hoop heb voor ze, en dat ik nog perspectief voor ze zie en een goede toekomst. Ondanks hoe ze zich gedragen, ondanks wat er tot nu toe allemaal is gebeurd. Als ze tegen mij zeggen: ‘ik droom ervan om in een villa in Wassenaar te wonen!’ dan ga ik daarin mee. Dan zeg ik: ‘Super! Dat is een mooie droom, hoe gaan we de eerste stap nemen? Wat moeten we aanpakken? Wat geeft jou het meeste stress? Wat lukt er nu wel?’ Daar kunnen we op voortborduren. Niet zeggen: ‘Nee joh, die villa lukt niet, je hebt € 50.000 schuld en je hebt de lagere school niet afgemaakt.’ Ik ga mee in de droom, omdat ik oprecht geloof dat het mogelijk kan zijn.”
Zijn er succesverhalen?
“Er woonde hier een meisje dat zich steeds verstopte, of wegliep. Dan ging ze naar het Haagse Bos en moesten we haar echt binnenpraten. We hadden heel veel zorg om haar. Door er voor haar te zijn, haar te stimuleren en motiveren voor behandeling, lukte het haar om haar opleiding af te maken. Zij begon aan een vervolgstudie en uiteindelijk vond ze via haar opleiding vrijwilligerswerk in een verpleeghuis, en kreeg daar ook een kamer om te wonen.
Bij een ander meisje hadden we veel moeite om contact te leggen. Op school liep het niet goed, in de relatie liep het niet lekker, ze had grote schulden. Door met haar mee te bewegen en steeds aan te sluiten, lukte het haar om school goed af te ronde en stoomde ze Maar ze stroomde door naar een jongerenwoning, Nu heeft ze een eigen woning en is schuldenvrij.
Dus wonderen bestaan! Als wij als team hadden opgegeven, geen hoop voor ze hadden gehad, weet ik niet hoe het was afgelopen met deze meiden.”
Hoe lang wonen de meiden in deze opvang?
“Toen ik begon, zaten de meiden hier maar 3 tot 6 maanden. Nu is dat ongeveer 1,5 jaar. Doordat er weinig doorstroom is naar beschermd wonen en de jongerenwoningen, gaat het al richting de 2 jaar. Uitstromen naar een zelfstandige woning is lastig, omdat de meiden, net als andere jongeren, zo 8-10 jaar op wachtlijst moeten staan voor een sociale huurwoning. Om een studentenkamer te huren moet je studeren, maar omdat de meeste meiden op het mbo zitten, is dat voor hen ingewikkelder. Wie antikraak of via tijdelijk verhuur wil wonen, heeft een terugkomadres nodig. De particuliere huurwoningen zijn niet betaalbaar. Voor de woningen met een woonindicatie staat een lange wachttijd. Kortom: alle uitstroommogelijkheden zitten verstopt.”
Wat betekent dit voor de meiden?
“Op onze huidige locatie zijn er te weinig mogelijkheden om jongeren te laten groeien. Hun kamers zijn te klein, en ze kunnen bijvoorbeeld niet zelf koken. Huishoudelijke vaardigheden kunnen ze daarom niet goed oefenen. Dat is jammer: ze zitten hier 1,5 tot 2 jaar en dan wil je niet stilstaan. Op deze leeftijd moet je stappen maken! Het maakt niet uit welke stappen dat zijn: beter voor jezelf leren zorgen, leren koken of omgaan met financiën.
We helpen de meiden met bijvoorbeeld dagbesteding, zoals school of werk, maar het kan ook een behandeling zijn. Of het terugkrijgen van een gezond dag- en nachtritme, of schuldhulpverlening. We hopen ze een stukje eigenwaarde terug te geven, leren dat ze voor zichzelf moeten zorgen, voor zichzelf mogen kiezen. Ruimte voor een stukje rust en ontspanning. Dat ze niet altijd op hun hoede hoeven te zijn, maar samen met anderen kunnen lachen en een filmpje kijken.”
Is er daarom een nieuwe locatie nodig?
“Onze huidige locatie is niet passend bij de doelgroep. De gangen zijn te smal: je kunt elkaar nauwelijks passeren zonder elkaar aan te raken. Dat kan een probleem zijn als iemand erg geëmotioneerd is. In de enige ruimte die er is voor gesprekken staan veel andere spullen. Niet veilig als iemand boos is, en misschien met spullen gaat gooien. Het is ook heel gehorig, dus als iemand de radio wat harder heeft staan, krijg je snel irritaties.
Verder hebben we hier een heel mooie open keuken, maar gaan onze jongeren daar ’s nachts eten. Dat is logisch, want op straat moesten ze ‘s nacht wakker blijven. Slapen doe je overdag in het park, als er andere mensen zijn. Maar door in de nacht te eten, krijg je het dag- en nachtritme niet goed. Dus eigenlijk wil je die keuken kunnen afsluiten.
Kortom: we hebben hadden een andere locatie nodig. We werken samen met Zij aan Zij (beschermd wonen voor vrouwen, eventueel met kinderen) en ook zij hebben hadden behoefte aan een mooie buitenruimte, en meer ruimte op de locatie zelf. Want ook daar zit iedereen langer, omdat de doorstroom stagneert.”
Wat gebeurde er toen?
“De ideeën en wensen werden op papier gezet en gedeeld met het management. Het management steunde de plannen en ging achter de schermen aan de slag met de wens voor een nieuwe locatie. Op een dag na intervisie zaten de pb-ers (persoonlijk begeleiders, red.) van beide locaties rond de computer en toen zeiden wij: ‘Ja! Dit is het! Dit is het pand waar wij superveel mogelijkheden in zien. Een locatie waar de meiden echt kunnen resetten, waar ze de ruimte hebben om uit die overlevingsstand te kunnen komen. Waar ze stappen kunnen zetten voor de toekomst.
Ook qua veiligheid en zorg kunnen we op de Saffierhorst stappen maken. We kunnen sneller sparren met elkaar en je bent altijd met meer collega’s op locatie. Bij een escalatie staan alle aanwezige collega’s direct om je heen.
Er is nu een projectgroep, dat geeft me veel hoop. We kunnen als team meedenken met de projectgroep, en onze wensen en ideeën aandragen. Bijvoorbeeld over de kamerinrichting, of de tuin. Er wordt aan ons gevraagd wat wij vinden als begeleiding, en wat de jongeren nodig hebben. Niet alles kan uitgevoerd worden, maar we krijgen altijd een terugkoppeling. Het management denkt weer aan andere dingen, bijvoorbeeld wat nodig is qua veiligheid. Uniek dat dit op deze manier allemaal samenkomt.”
Aankoop Saffierhorst
De afdeling MO meiden, waar Esthella werkt, is inmiddels verhuisd naar een andere, tijdelijke locatie. Vanaf 2026 worden kwetsbare meiden en vrouwen met of zonder kinderen opgevangen op een nieuwe locatie: de Saffierhorst.
In Den Haag biedt het Leger des Heils op dit moment op verschillende plekken in de stad opvang en beschermd wonen aan moeders met kinderen en meiden. De Gemeente Den Haag wil graag meer plekken om deze mensen op te kunnen vangen. Daarom heeft het Leger des Heils W&G Noordwest een pand aan de Saffierhorst gekocht. Lees meer over het project Saffierhorst.