Hij groeit op in een katholiek gezin en heeft zijn eerste communie gedaan. Toch wint met het ouder worden zijn nuchterheid het van het geloof in een God. Hij gelooft in zichzelf en zijn gezin. Zij groeit op in een echte ‘Leger-familie’. Haar grootouders waren heilsofficier, zelf wordt ze heilssoldaat. Bij grote beslissingen in het leven gelooft ze in het plan van God.
Aan het woord zijn Ingmar (46) en Marloes (44) Jacobs-Bosma. Ze wonen samen met hun twee jongens, Valentijn en Florian, in Almere. Hij werkt als senior bouwcoördinator bij ProRail en zij als landelijk projectmanager op het hoofdkwartier van het Leger des Heils.
Internetdate
Ingmar en Marloes leerden elkaar zeventien jaar geleden kennen via een datingsite. Niet heel gebruikelijk voor die tijd – “je kon nog niet eens appen” – maar na wekenlang mailen en sms’en sloeg de vonk toch echt over. Ze kregen een relatie. Ingmar: “Het was nog een ouderwetse site, waar je niet swipete, maar nog echt door profielen heen bladerde. Daar kwam ik Marloes tegen.” Lachend vult Marloes aan: “En in jouw profiel stond dat je katholiek was opgevoed. Dat vond ik toch wel heel fijn. Dat je iets wist van het geloof, wat voor mij veel betekende.”
Vanaf het begin van de relatie wisten ze wel dat er verschillen waren in het geloof. Maar dat hield ze niet tegen. Ingmar: “Je neemt iemand zoals die is hè. En ik vond de kerk van het Leger ook wel leuk, ik voelde me er welkom.” Marloes: “Natuurlijk hadden we er wel gesprekken over, maar we lieten elkaar daar ook vrij in.” De twee trouwen in de kerk van het Leger des Heils, iets wat voor Marloes echt belangrijk is. “Ik wilde sowieso graag trouwen, en wilde dat ook in het korps doen. Hoewel dit voor Ingmar minder noodzakelijk was, heeft hij het wel bewust gedaan. Dat vind ik mooi.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding

Aanmoedigen
Ze krijgen twee jongens, Valentijn en Florian, die ook worden opgedragen in het korps. Als ouders maken ze hiermee kenbaar dat ze het belangrijk vinden dat hun kind met het geloof wordt opgevoed en dat zij daar hun best voor doen. Daarnaast vragen ze aan de korpsgemeenschap daar ook aan bij te dragen. Ingmar: “Dat vond ik wel mooi. We willen de jongens in ieder geval iets van het geloof meegeven, zodat ze weten wat het is. Ik vind die waarden en normen ook heel belangrijk.” Hoewel Marloes het grootste deel van de christelijke opvoeding op zich neemt, voelt ze zich daarin wel gesteund door haar man. Marloes: “Als ik naar het korps ga, en wil dat de jongens mee gaan, dan zal Ingmar dat ook altijd aanmoedigen.”
Dat Ingmar en Marloes verschillend zijn, zien ze als een kracht. Marloes: “Ik denk dat we juist door die verschillen al zo lang samen zijn. We kunnen elkaar aanvullen. Ingmar heeft een hele nuchtere houding. Dat is weleens fijn, bijvoorbeeld als ik ergens veel te lang over nadenk.” Ingmar vult aan: “De basis is dat je de ander hoe dan ook in zijn of haar waarde laat. Zo lang je dat doet, kunnen die verschillen er best zijn.”
Levensvragen
Als de grote levensvragen, over het leven na dit leven of het bestaan van God, op tafel komen, blijkt wel dat de twee daar verschillend naar kijken. Ingmar: “Ik geloof niet in een leven na dit leven, en dat soort verhalen. Volgens mij is het straks gewoon klaar.” Even denkt Marloes na. Dan: “Ja, en ik denk toch echt dat we elkaar hierna weer tegen gaan komen, op een plek die in ieder geval veel mooier is dan deze aarde.” Ingmar: “Ik denk dat ik daar echt te nuchter voor ben.”
Of God bestaat? Voor Marloes is dat een zekerheid. “Hij is er, en als ik ergens mee zit, zoals mijn werk, of ergens vragen over heb, dan geloof ik dat God daarin kan helpen. Dat er een groter plan is, waar ik onderdeel van ben.” Voor Ingmar ligt dat anders. “Ik geloof vooral in mezelf en het gezin. Als je iets voor elkaar wilt krijgen, moet je daar je best voor doen.”
“Ik geloof vooral in mezelf en het gezin. Als je iets voor elkaar wilt krijgen, moet je daar je best voor doen”
Overtuigen
Toch proberen Ingmar en Marloes elkaar niet te overtuigen. Ingmar: “Iemand pushen heeft helemaal geen zin. We gooien het gewoon op tafel als er iets is, we bespreken het met elkaar. Volgens mij is dat al heel waardevol.” Marloes: “Natuurlijk heb ik weleens de hoop dat het vlammetje weer gaat branden bij Ingmar. Maar dat hoef ik niet te bereiken door hem te overtuigen met woorden. Ik hoop dat ik in mijn dagelijks leven heel praktisch kan laten zien wat het is om christen te zijn, en op die manier iets mee kan geven.”
Wat ze gemeen hebben: het gebed. Marloes: “Ik bid eigenlijk iedere dag wel voor Ingmar, en de kinderen.” Even reageert Ingmar verbaasd. Dan vult hij aan: “Ik denk dat iedereen dat ook op zijn eigen manier doet. Ik bid ook voor Marloes, de kinderen. Maar dan gewoon in mijn hoofd. Je wenst natuurlijk iedereen het beste, gezondheid. Dus dan gaat dat ook weleens door mijn hoofd.”
“Natuurlijk heb ik weleens de hoop dat het vlammetje weer gaat branden bij Ingmar”
Dankbaarheid
Hoewel Ingmar en Marloes in een aantal dingen echt verschillen, overheerst de dankbaarheid. Ingmar: “Ik ben gewoon trots op onze relatie. We hebben het goed, en dat is niet vanzelfsprekend.” Marloes: “Die dankbaarheid spreken we ook regelmatig naar elkaar uit. We delen dit leven samen, en we zijn dankbaar voor wat we hebben gekregen.”
Dit artikel verscheen eerder dit jaar in het OverHoop magazine. Benieuwd naar het hele magazine en alle verhalen? Bestel jouw gratis exemplaar hier.