Afkicken van een verslaving vraagt veel van een mens. De aantrekkingskracht van verdovende middelen is oersterk, zeker voor mensen met psychische problemen en een licht verstandelijke beperking. Boukje Dijkstra, directeur van onderzoeksinstituut NISPA, deed onderzoek in De Wending. Deze verslavingskliniek van het Leger des Heils biedt een behandeling aan voor precies deze groep. Hoe effectief is die behandeling?
‘Mensen met dubbele en driedubbele diagnoses vallen soms tussen wal en schip’
Als onderzoeker kent Boukje Dijkstra de cijfers in haar werkveld. Ongeveer zes van de tien cliënten in de verslavingszorg kampen met een dubbele diagnose: een verslaving en een psychiatrische stoornis. Ook is bekend dat dertig tot veertig procent een licht verstandelijke beperking heeft of zwakbegaafd is. “Deze mensen met dubbele en driedubbele diagnoses vallen soms tussen wal en schip”, vertelt Dijkstra, directeur van het Nijmegen Institute for Scientist Practitioners in Addiction, kortweg NISPA. “De gehandicaptenzorg mist bijvoorbeeld de expertise voor verslavingsbehandeling, terwijl de verslavingszorg niet altijd goed is ingericht voor mensen met een verstandelijke beperking.”
Versnipperde zorg
Veranderingen in de geestelijke gezondheidszorg pakten niet goed uit voor mensen die meerdere problemen tegelijkertijd hebben, weet Dijkstra. Met veranderingen doelt ze op kortere behandelingen, meer ambulante hulp vanuit huis en soms een wirwar aan verschillende financieringsstromen. Dijkstra: “Voor mensen met complexe problemen is de zorg versnipperd.” Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid trok al aan de bel: juist deze groep heeft behoefte aan samenhangende, continue zorg.
Problemen tegelijkertijd aanpakken
Speciaal voor mensen met complexe problemen startte het Leger des Heils een langdurig behandelprogramma in De Wending, de verslavingskliniek bij Apeldoorn. In een en dezelfde behandeling komt alle zorg samen en worden problemen tegelijkertijd aangepakt. Werkt deze behandeling? En voor wie precies? Daar deed Dijkstra, samen met onder andere collega Esther Pars, onderzoek naar.
Speciale aanpak
Een belangrijk verschil met reguliere verslavingsbehandelingen is dat De Wending de mogelijkheid biedt om er langer te wonen: tot wel zeven maanden. Dijkstra: “Dat is langer dan bij reguliere klinische behandelingen, die meestal drie maanden duren.” Het merendeel van de bewoners heeft een licht verstandelijke beperking. “Ze snappen informatie minder goed en zien niet altijd het verband tussen oorzaak en gevolg.” In de kliniek is de aanpak op hen afgestemd. “De taal is eenvoudig, met soms zinnen van maximaal acht woorden. Ook is er veel herhaling en visuele ondersteuning.” Korte therapiesessies worden afgewisseld met dagbesteding, zoals schoonmaken en houthakken op het terrein van De Wending. Naast individuele therapie zijn er verschillende groepssessies. En daar zijn goede redenen voor, legt Dijkstra uit. “Mensen met een licht verstandelijke beperking verstoppen vaak hun beperking uit schaamte of gebrek aan inzicht. In de groep herkennen mensen zichzelf in anderen. Hierdoor schamen ze zich minder en durven ze eerder om hulp te vragen. Groepstherapie biedt ook een ideale omgeving om sociale vaardigheden te oefenen.”
Het onderzoek
De onderzoekers brachten gedetailleerd in kaart wie er in De Wending verbleven en hoe het bewoners er verging - tot drie maanden na hun terugkeer in de maatschappij. “Het zijn voornamelijk mannen die jarenlang verslaafd zijn geweest aan bijvoorbeeld drank, cocaïne of cannabis; vaak aan meerdere middelen tegelijk. Een groot deel heeft psychiatrische problemen en een zwak sociaal netwerk. Velen zijn werkloos en wonen alleen of in beschermde woonvormen, of hebben helemaal geen dak boven hun hoofd. Het gaat om mensen die veel hebben meegemaakt. Ze zijn vaker behandeld en hebben geregeld een terugval gehad.” Bij twee derde van de bewoners konden Dijkstra en haar collega’s een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid vaststellen. Dijkstra: “Niet iedereen die we hebben onderzocht heeft een licht verstandelijke beperking. Ook hebben we geen groep mensen met een licht verstandelijke beperking onderzocht die dit behandelprogramma niet heeft gevolgd; een controlegroep ontbreekt. We kunnen dus niet vergelijken wat voor deze specifieke groep beter werkt: wel of geen behandelprogramma bij De Wending."
‘We zien dat mensen persoonlijke groei laten zien tijdens een langere behandeling’
Langere behandeling werkt
“Maar”, zegt Dijkstra, “de langere behandeling die De Wending aanbiedt, werkt goed voor de bewoners: mensen met meerdere problemen tegelijkertijd, waaronder vaak een licht verstandelijke beperking.” Tijdens de verlengde opname wordt ingezet op herstel en weer meedoen in de maatschappij. “Wij zien dat mensen in die periode meer persoonlijke groei laten zien en zich minder depressief, angstig en gestrest voelen.” Niet iedereen hoeft zo lang in De Wending te blijven. En dat is volgens Dijkstra ook niet nodig. “Een deel van de bewoners volgt een korter behandeltraject en wij zien dat deze mensen ook opknappen. Maar dit zijn wel mensen met wat minder complexe problemen. Voor hen kan een kortere behandeling voldoende zijn. De nazorg moet dan wel goed geregeld zijn. Voor deze groep betekent dat steun van naasten uit hun omgeving en een zinvolle dagbesteding, zoals werk of hobby’s.”
Toekomstperspectief
De nazorg beter regelen, is een van de belangrijkste aanbevelingen van het onderzoek. Dijkstra: “Goede nazorg vergroot de kans dat mensen clean blijven. Bij mensen met zeer complexe problemen is ook na het afkicken blijvende professionele begeleiding nodig.” De nazorg moet volgens de onderzoeker vroeg duidelijk zijn, het liefst al voordat de behandeling start. “Wat mensen nodig hebben, is toekomstperspectief. Ons onderzoek toont aan dat onzekerheid daarover de behandeling negatief beïnvloedt, al tijdens de opname in de kliniek. Een van de cliënten zei hierover: ‘Als je toch weet dat je straks weer dakloos wordt, dan denk ik: waar doe ik het eigenlijk voor? Dan kan ik er net zo goed met de pet naar gooien.’”
Blijven luisteren
Om de behandeling doorlopend te kunnen verbeteren, is het belangrijk om goed te luisteren naar de cliënten. “Wat komt iemand nou eigenlijk halen? Dat hebben we ook onderzocht.” Dijkstra onderscheidt twee groepen mensen: één groep zoekt vooral praktische hulp, zoals contact met kinderen, schulden aanpakken, justitiezaken regelen en werk vinden. De andere groep wil aan zichzelf werken. Dat kan bijvoorbeeld gaan om iemand die praktische tips wil over wat te doen bij depressieve gevoelens, of zelfontplooiing. Dijkstra pleit ervoor om hiermee rekening te houden bij de behandeling. “Als iemand vooral praktische behoeften heeft, moet je dan wel aan zijn of haar emotionele welbevinden werken? Nu krijgt iedereen min of meer hetzelfde behandelprogramma.” Dijkstra hoopt dat het onderzoek bijdraagt aan het ontwikkelen van zorg op maat en het opzetten van meer gespecialiseerde behandelingen. “Het is helder dat deze mensen intensieve hulp nodig hebben om hun leven op de rit te krijgen en te houden. De behandeling van het Leger des Heils draagt hier zeker aan bij.”
Boukje Dijkstra, PhD, is directeur van het Nijmegen Institute for Scientist Practitioners in Addiction (NISPA). Dit onderzoeksinstituut is een samenwerkingsverband van verslavingszorginstellingen in Nederland, waaronder het Leger des Heils.