‘Als je iets hebt, moet je het delen’

Douwe Bob over waarom hij eten uitdeelt aan dak- en thuislozen

Maatschappelijke opvang Tekst: Wilfred Hermans / Beeld: Ilja Meefout

Singer-songwriter Douwe Bob (29) opende in oktober zijn restaurant Stevig, in Amsterdam. Vanaf begin dit jaar kunnen dak- en thuislozen hier een gratis warme maaltijd afhalen. “Waarom iemand dakloos is, gaat me geen moer aan. Zo iemand heeft vreten nodig, meer niet.”

Douwe Bob die een restaurant begint – dat zag niet iedereen aankomen. Vertel!
“Ik kom uit een horecafamilie. Mijn moeder had eind jaren negentig een Italiaans restaurant in De Pijp, toen een echte volksbuurt; daar heb ik het vak geleerd. Blijkbaar kruipt het bloed waar het niet gaan kan.”

Je begon bijna direct met eten weggeven. Waarom?
“Ik ben met de gedachte opgegroeid: als je iets hebt, moet je het delen. In dat restaurant van m’n moeder moesten alle gasten elke woensdagavond zes uur plaatsmaken voor de minder bedeelden uit de stad. Zij kregen dan een mooi bord pasta en een glas wijn. Mijn vader nam weleens zwervers mee naar huis. Ze mochten in bad, eten en overnachten. Prachtig vond ik dat! Voor mijn beide ouders geldt: of je nou koning of zwerver bent, we zijn allemaal gelijk. Sterker nog: deze zwervers hebben vaak een beter verhaal. Velen van hen hebben een zwaar leven gehad en pittige keuzes gemaakt, dus reken maar dat ze veel levenswijsheid hebben.”

Heb je een klik met dak- en thuislozen?
“Ja. Mijn compagnon is zelf dakloos geweest. Bij mijzelf scheelde het ook niet veel. Het helpt dan als je op je ouders kunt terugvallen. Dak- en thuislozen zijn buitenmaatschappelijk, dat ben ik ook. Ik doe niet mee met de rest; ik betaal belasting en hou me aan de meeste regels, daarmee houdt het ongeveer op. Ik eet wanneer ik honger heb, slaap wanneer ik moe ben, ik heb een rare baan. We zitten in een systeem van school en carrière wat van geen kant klopt, daarna leef je van een klote pensioentje, en dan ga je dood. Dat is toch een slecht verhaal? Een dakloze is dat ongetwijfeld met me eens, vandaar dat het wel botert.”

'Mij boeit dat geen flikker, ik omarm ze.'

Heb je een idee wat de coronacrisis met daklozen doet?
“Zo koud als de maatschappij nu is, heb ik ‘m nog niet meegemaakt. Mensen die geen hand durven geven, dat dóet wat met je. Nu begrijp ik best dat je iemand die zich wekenlang niet heeft gewassen niet durft aan te raken, maar mij boeit dat geen flikker, ik omarm ze.”

Hoe ziet dat eten uitdelen er praktisch uit?
“We kunnen ongeveer 150 maaltijden uitdelen. Góed eten, zoals een wildpouletstoof met gegrilde groentes. Als we stamppot maken, doen we dat móói, met een klont roomboter en warme melk. Ik ben vliegende kiep; soms kook ik, soms deel ik uit, soms voer ik korte gesprekjes. Waarom iemand dakloos is, gaat mij geen moer aan. Zo iemand heeft vreten nodig en een luisterend oor, meer niet.”