Sami* heeft twee jaar toezicht opgelegd gekregen van de rechter vanwege winkeldiefstal. Het was niet de eerste keer. Hij is 19 jaar en komt uit een Marokkaans gezin, waar hij de eerste Nederlandse generatie is. Zijn ouders spreken allebei geen Nederlands, maar hij is hier opgegroeid. Helaas zijn de ouders uit elkaar. Vader is naar Marokko vertrokken, moeder brengt haar tijd voornamelijk in huis door, terwijl de twee zoons hun tijd juist voornamelijk buiten doorbrengen, op straat.
Moeder leeft van een uitkering, ze is lief en zorgzaam, er is altijd eten voor de jongens. Natuurlijk geven ze moeder af en toe ook wat extra. En natuurlijk vraagt moeder nooit waar dat geld vandaag komt. Ik ga met Sami in gesprek over het principe ‘werken voor je geld’. Hij is beleefd en meewerkend in de gesprekken en zegt dat hij graag wil werken. Maar ja, wàt voor werk dan? Want hij heeft zijn school niet afgemaakt. Vakkenvullen bij Albert Heijn is niks voor hem. Hij moet er niet aan denken.
De bloemenveiling heeft vacatures. Hij gaat solliciteren, maar het blijkt toch niets voor hem te zijn. Dan moet hij om 7 uur beginnen. Zou hij al om 6 uur van huis moeten. Ondenkbaar, dat is echt niet te doen. Maar hij heeft nog een sollicitatie lopen voor een baan in de schoonmaak. Hij doet dus echt zijn best. Ik geeft hem dan ook een compliment en bespreek nog eens wat een goed gevoel het zal zijn als hij zijn eigen geld heeft verdiend.
De baan in de schoonmaak blijkt helemaal aan de andere kant van de stad te zijn. En een onhandige busverbinding. Dan is hij bijna een uur onderweg. “En op de fiets? Dat is denk ik een half uurtje”, opper ik. “Wàt? Een half uur fietsen?” Dat gaat hij toch niet doen! Ik weet het even niet meer met deze jongen.
Ziekenhuis
Dan krijg ik een telefoontje dat hij in het ziekenhuis ligt. Hij is gewond geraakt bij een steekpartij. Als hij weer op de been is vertelt hij dat hij was benaderd door jongens die in dezelfde buurt zijn opgegroeid en die beweerden dat ze nog veel geld van hem kregen. Volgens hem was dat niet zo en er ontstond een discussie, waarbij ineens een mes tevoorschijn kwam en ze hem begonnen te steken. Maar hij heeft aangifte gedaan en ze zitten nu vast. En er zijn getuigen, dus moeten ze wel worden veroordeeld.
In de maanden daarna boeken we niet veel vooruitgang. Hij maakt zich voornamelijk zorgen of die jongens wel zullen worden veroordeeld. Want het zijn “grote jongens” in de criminaliteit. Na drie maanden blijken zijn zorgen terecht. De zaak komt niet rond, omdat de getuigen niet willen (durven) getuigen. Ze zijn bang voor de gevolgen, zegt Sami. En Sami zelf is nog veel banger. De “grote jongens” worden vrijgesproken bij gebrek aan bewijs en krijgen zelfs een flink bedrag omdat ze onterecht drie maanden hebben vastgezeten. (Zo’n honderd Euro per dag dat ze vastzaten).
Verdwenen
Sami is opeens verdwenen. Na een tijd kom ik erachter dat hij zit ondergedoken bij een oom elders in het land. Daar heb ik hem nog een keer bezocht en daarna overgedragen aan de reclassering daar. Een half jaar later is hij weer terug en woont weer bij zijn moeder. Hij kon niet langer bij die oom blijven. Maar zijn angst is niet weg. Hij durft eigenlijk niet naar de reclassering te komen. Doodsbang voor elke zwarte auto met donker glas. Hij weet zeker dat zo’n auto op een dag naast hem zal stoppen en dat hij dan daarin zal worden getrokken. En dan zal niemand meer iets van hem horen.
Het liefst blijft hij alleen nog binnen bij zijn moeder. Werken of alsnog naar school gaan is wat hem betreft niet meer aan de orde. Want dan zullen ze hem zeker weten te vinden. “En bij je moeder dan? Ze kennen haar adres toch ook?” Ja, maar dat is de enige plek waar hij nu onderdak en eten heeft. Voorstellen van de reclassering om hem te helpen aan onderdak en werk in een andere plaats lopen op niets uit. “Ze zullen me daar toch ook gaan vinden”. En hij wil liever bij zijn moeder blijven.
Tien jaar later kom ik via een ander toezicht toevallig iemand tegen die hem kent en hoor ik dat Sami nog altijd bij moeder woont en dat zijn situatie niets is veranderd. Ik vraag me af of dat nog steeds uit angst is voor de “grote jongens” of is het angst voor het leven zelf?
*Sami is een gefingeerde naam