Met de actie ‘soep voor iedereen’ stond het Leger des Heils voor de hoofdingang van het Tweede Kamergebouw in Den Haag. Tijdens de schorsing van het debat kregen Kamerleden een warme kop soep aangeboden. Met deze actie wordt aandacht gevraagd voor de gevolgen van de voorgestelde wetgeving voor mensen zonder verblijfsrecht en hun helpers.
De ‘kop soep van het Leger des Heils’ is de afgelopen tijd uitgegroeid tot een metafoor. Want wat betekent het om mensen strafbaar te stellen vanwege hun verblijfssituatie, terwijl zij vaak al leven in dakloosheid, onzekerheid, armoede en afhankelijkheid? En daarbij ook mensen die helpen? Het Leger des Heils komt mensen zonder verblijfspapieren dagelijks tegen en helpt hen: op straat, bij de dagopvang, in buurthuiskamers en bij de soepbus.
'Strafbaarstelling maakt hun positie nog kwetsbaarder'
Ineke van Buren van het Leger des Heils was tijdens de actie aanwezig om Kamerleden en media te woord te staan. “Voor ons gaat dit debat in de kern over menselijke waardigheid,” zegt zij. “Mensen zonder verblijfsrecht zijn geen abstract begrip, maar mannen, vrouwen en kinderen met een gezicht. Strafbaarstelling maakt hun positie nog kwetsbaarder en zorgt dat ze nog onzichtbaarder worden en maakt hen vatbaar voor bijvoorbeeld uitbuiting.”
Volgens het Leger des Heils leidt strafbaarstelling niet tot oplossingen. Het vergroot juist het risico dat mensen onder de radar verdwijnen. Daardoor durven zij minder snel hulp te zoeken, bijvoorbeeld bij ziekte, uitbuiting of geweld. Dat is niet alleen schadelijk voor henzelf, maar ook voor de samenleving als geheel. “We vrezen met het aannemen van dit wetsartikel dat bijvoorbeeld ongedocumenteerde slachtoffers van mensenhandel nog terughoudender zijn met het vragen van hulp en het doen van aangifte.”
Deze week wordt er door de Tweede Kamer gestemd over de zogenaamde ‘novelle’; dit is een wijziging op een al aangenomen wet. Deze wijziging moet regelen dat hulp aan mensen zonder verblijfsrecht niet strafbaar wordt.