Sociale isolatie

Hoe betrekken we de sociaal geisoleerden?

Over sociale cohesie en wat er beter kan

Buurtwerk Tekst: Menno de Boer / Beeld: Tom van Huisstede

We kijken best goed naar elkaar om, blijkt uit onderzoek van het CBS. Toch blijft een groep mensen – het gaat om drie tot vier procent van de samenleving – structureel buiten de boot vallen. Wat moet er gebeuren om hen weer aan te haken? En wiens verantwoordelijkheid is dat dan?

Ik heb het liever over ‘meedoen’ en ‘vertrouwen in elkaar hebben’. Zowel vertrouwen in elkaar als in instituten, de politiek en maatschappelijke instanties. Verbinding tussen mensen, dat is waar het om gaat.” Aan het woord is Tanja Traag, hoofdsocioloog en woordvoerder bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Zij en haar collega’s onderzoeken sinds 2012 elk jaar hoe het gesteld is met de sociale samenhang in de Nederlandse samenleving. Die sociale cohesie wordt onder meer gemeten door te analyseren hoeveel contacten mensen met elkaar hebben, of mensen ‘meedoen’ aan het sociale verkeer en of er mensen zijn die iets voor de ander willen doen, zoals boodschappen voor de buurvrouw of even mee naar de dokter.

Klein deel doet niet mee

Op basis van dit onderzoek stelt Tanja: “Voor het overgrote deel weten we elkaar in Nederland prima te vinden. Slechts een klein deel - zo’n drie tot vier procent - heeft geen wekelijks contact met familie, vrienden of buren en leeft in sociale isolatie. Hier zitten ook mensen tussen die het Leger des Heils veel ziet. Deze groep wordt weliswaar ‘sociaal geïsoleerd’ genoemd, maar dat betekent nog niet dat de mensen zichzelf als ‘ongelukkig’ zien of dat ze het gevoel hebben buiten de boot te vallen. Negen van de tien van hen voelt zichzelf niet sociaal geïsoleerd. Sinds 2012 blijft het percentage dat niet meedoet schommelen tussen de drie en vier procent.”

Definitie Sociale cohesie: maatschappelijke samenhang, mate waarin mensen zich met elkaar verbonden voelen in een bepaalde buurt of woonplaats. Door sociologen wordt sociale cohesie ook wel omschreven als ‘kleefkracht’.

Positief beeld

Als het om sociale cohesie gaat, schetst Tanja een positief beeld. “Natuurlijk zien we een groep mensen die voortdurend buiten de boot valt en die groep wordt dus ook niet kleiner of groter. Als je primair met deze mensen werkt, lijkt het erop dat de sociale cohesie ver te zoeken is. Toch blijkt uit onze onderzoeken dat het op het punt van sociale samenhang best goed gaat. Veel mensen doen vrijwilligerswerk, zijn actief voor en met de buurt en blijven in contact met familie en vrienden. Al met al doen we het dus niet zo slecht.”

Sociale initiatieven blijven belangrijk

Voor dit kleine percentage ‘buiten-de-boot-vallers’ blijft het wél van belang dat er initiatieven voor de buurt worden georganiseerd. “Om als samenleving op elkaar betrokken  te blijven, zijn initiatieven als buurthuiskamers en ontmoetingsplekken zeker een goed idee. Samen als buurt verantwoordelijk zijn voor zo’n plek is daarbij ook van groot belang. Zo krijg je interactie en meer samenhang tussen mensen van verschillende afkomst en leer je elkaar waarderen.”

Sociale kwaliteit van leven

Lou Repetur is programmaleider Sociale Basis bij Movisie, het landelijk kennisinstituut voor samenhangende aanpak van sociale vraagstukken. Zij vraagt aandacht voor de kwaliteit van leven in relatie tot sociale cohesie. “Iemand die al jaren in een sociaal isolement zit, ervaart dat isolement op een gegeven moment anders. Omdat dit zijn of haar dagelijkse realiteit is, voelt hij of zij zich niet direct ongelukkig. Het is gewoon wat het is. Maar of we dat als samenleving ook oké moeten vinden… Ik spreek dan ook liever over solidariteit. Op elkaar passen, zoals premier Rutte dat aan het begin van de coronacrisis zo mooi zei. En dan natuurlijk zonder aanziens des persoons.”

Tegenstellingen

De coronatijd levert veel initiatieven op die sociale cohesie in de samenleving bevestigen. Mensen doen boodschappen voor de buren, organiseren online meetings, zoeken wegen om contact te houden. Toch ziet Lou ook tegenstellingen: “Aan de ene kant starten we met buurtapps om elkaar te kunnen helpen. De ‘popelvrijwilligers’ staan meteen klaar om van alles te doen voor de ander. Prachtig natuurlijk. Maar we zien ook de mensen die juist in deze tijd stoppen met actief te zijn voor de ander, bijvoorbeeld uit angst voor besmetting. Zij haken af en trekken zich terug.”

Wij in plaats van ik

“Als we ook in de toekomst een land willen zijn waarin we echt om elkaar geven, dan is er solidariteit met de ander nodig. Maar ook sociale rechtvaardigheid, economische zekerheid, meer collectief. Je ziet wat dat betreft een verschuiving optreden in het politieke landschap. Ook partijen die zich voorheen vooral richtten op het individuele recht op ontwikkeling en groei, spreken zich meer en meer uit voor verbinding in de samenleving.

‘We’ in plaats van ‘ik’. Bij Movisie gaan wij uit van vier aspecten die voor de sociale kwaliteit van het leven nodig zijn: bestaanszekerheid, sociale inclusie (alle voorzieningen zijn voor iedereen toegankelijk en iedereen krijgt een gelijkwaardige behandeling), solidariteit met de ander en sociaal empowerment. Dat laatste betekent dat iedereen in staat moet zijn om zelf beslissingen te nemen. Over deze vier punten moeten we met elkaar de dialoog voeren.”

‘‘Popel-vrijwilligers’
staan meteen klaar
om van alles te doen
voor de ander’

Zorg voor zwakkere blijft nodig

Lou ziet een belangrijke taak voor overheid en uitvoerende instanties als het gaat om de toekomst voor de drie tot vier procent die volgens het CBS buiten de boot blijven vallen. “Ook die mensen hebben recht op een sociaal vangnet en daar moeten we met elkaar voor blijven knokken. Vanuit familie en kennissenkring, maar ook bijvoorbeeld via buurtwerk. Vertrouwde ontmoetingsplekken en zinvolle dagbesteding zijn vaak cruciaal. Toch zullen er helaas altijd mensen blijven die het niet alleen redden. Mensen voor wie professionele hulp nodig blijft. Daar ligt een taak voor de overheid. Samen met professionele instanties zal er voor gezorgd moeten worden dat er ook voor die groep een veilige en vertrouwde sociale omgeving beschikbaar is.”