Het Leger des Heils organiseerde op vrijdag 6 juni de eerste Majoor Bosshardt rede. Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, sprak de rede uit: “De Majoor had oog voor mensen die in onze samenleving vaak ongezien blijven. De laatsten waren voor haar altijd de eersten.”
Tijdens deze eerste editie van de jaarlijks terugkerende rede, stond het thema sociale cohesie centraal. “In deze onzekere tijden is het van groot belang om elkaar op te blijven zoeken", aldus bestuursvoorzitter kapitein Harm Slomp. “We moeten elkaar als samenleving niet uit het oog verliezen. Majoor Alida Bosshardt deed dat als geen ander: mensen opzoeken, zien in hun nood en onbaatzuchtig helpen.”
Maatschappijkritiek
In de oude Sint-Olofskapel, midden in het centrum van de hoofdstad, sprak Halsema haar rede uit. Ze stond stil bij het werk van Majoor Bosshardt en het blijvende belang ervan. “Haar medemenselijkheid was ook een vorm van maatschappijkritiek en het is maatschappijkritiek die elke gezonde democratie nodig heeft.”
Halsema onderstreepte in haar rede het grote belang van het maatschappelijk middenveld bij het verdedigen van democratische waarden en een open en zachtmoedige samenleving. “Ook nu zijn er grote groepen mensen die achtergesteld worden, mensen wier noden en zorgen te weinig worden gehoord of gezien.” Ze waarschuwde voor populisme en toenemende polarisatie, “waardoor het belang van minderheden in onze samenleving verder naar achteren wordt geduwd.” Volgens de burgemeester overschaduwt de wil van de meerderheid steeds vaker de stem van de minderheid. Er wordt minder belang gehecht aan rechten van minderheden, zo stelde ze. “We vergeten dat we eigenlijk een samenleving van minderheden zijn.”
Ze pleitte daarom voor sterke en eigenzinnige maatschappelijke organisaties. “Nederland kent een traditie van een sterk maatschappelijk middenveld. We zouden daar heel trots op moeten zijn en we moeten er, zeker in deze tijd, heel zuinig op zijn. In plaats daarvan zien we dat de aanval wordt geopend op waardevolle organisaties. In retoriek, maar ook in beleid.” Ze sprak haar zorgen uit over het feit dat zij regelmatig worden buitengesloten: “De laatste decennia is overheidsbeleid steeds vaker van bovenaf tot stand gekomen en is het maatschappelijk middenveld buiten spel gezet.”
'Ik hoop dat het maatschappelijk middenveld de komende tijd flink van zich zal laten horen'
Erfgenamen
Halsema sloot haar rede af met een oproep: “Ik hoop dat het maatschappelijk middenveld de komende tijd flink van zich zal laten horen, want daar zit de bezieling waar zoveel mensen naar verlangen. Daar zit de stem van de mensen die vaak niet worden gezien of gehoord. Maar ook de stem van mensen die hoopvol zijn, de stem van nieuwe generaties.”
Ze loofde de Majoor om haar medemenselijkheid en haar hart voor anderen. “Alida Bosshardt had geen kinderen, maar wel heel veel erfgenamen. Dat zijn alle mensen die oog hebben voor mensen die anders zijn, die kwetsbaar zijn. Een erfgenaam van de Majoor zijn alle mensen die opkomen voor de zachte krachten van menselijkheid en zo een fundamentele verdedigingslinie vormen voor onze democratie.”
Halsema kreeg na afloop van de rede, uit handen van kapitein Slomp, een beeldje van Majoor Bosshardt uitgereikt. Het bronzen werk werd gemaakt door Marius van Dokkum.
Verbinden
Tijdens de Majoor Bosshardt rede werd namens rabbijn Awraham Soetendorp een persoonlijke boodschap voorgelezen. “Het is met ontroering dat ik denk aan Majoor Boshardt. Iemand die iemand was voor iedereen in Mokum en daarbuiten”, aldus Soetendorp. Hij was ontroerd dat hij mocht spreken op het moment dat Majoor Bosshardt de erkenning kreeg van Yad Vashem, voor het feit dat zij Joodse kinderen in de oorlog had gered. “Ze heeft velen met elkaar kunnen verbinden.”
Amsterdam
Dat de rede werd gehouden in Amsterdam, past goed bij de Majoor. Ze begon er in 1948 met haar goodwillwerk. Jarenlang was ze een vast gezicht in de binnenstad. Ze deed veel voor dak- en thuisloze mensen, sekswerkers en verslaafde mensen. Ze gaf daarmee heel praktisch handen en voeten aan haar geloof. Of zoals ze zelf zei: “Mensen dienen is God dienen en God dienen is mensen dienen.”
Bosshardt werd in 2009, twee jaar na haar overlijden, door alle inwoners van de stad verkozen tot grootste Amsterdammer allertijden. Ze was het boegbeeld van verbinding. Daarom houdt het Leger des Heils vanaf nu ieder jaar op of rond de geboortedag van de Majoor – 8 juni – deze rede.