Domus Helmond, deelnemer

Een scheldpartij en een aai over je wang

Dit is Domus Helmond

Marleen Kuipers
Maatschappelijke opvang Tekst: Geke van Wijnen / Beeld: Marleen Kuipers

Het is een rustige, warme maandagochtend in de Domus van het Leger des Heils in Helmond. De 27 mensen die hier wonen, zouden zonder deze woonvorm op straat zijn beland. De Domus biedt mensen met complexe problemen een dak boven hun hoofd. Bewoner Noud: ''Dat ik nog wil leven, dat komt door hier.'' Een deel van de Domusbewoners is naar het werk deze maandagochtend, een ander deel is wakker aan het worden. Afdelingsmanager Meike en woonbegeleider Bob zitten met een uitzendkracht in de kantoorruimte op de begane grond van de Domus. Af en toe werpt een van de drie medewerkers een blik op de camerabeelden van de voorkant van het gebouw. Op een stoel ligt een van de twee Domuskatten lekker te slapen. Als je hem benadert, rolt hij meteen op zijn rug om over zijn buik geaaid te worden. “Het Leger des Heils is er voor alle daklozen, ook voor straatkatten”, lacht Meike.

Op de binnenplaats van de Domus zitten twee mannen te kletsen. Noud voert het hoogste woord, Luc kijkt hem van onder zijn oogleden aan en zegt soms iets onverstaanbaars terug. De binnenplaats is in de zomer het hart van deze Domus, vertelt manager Meike. Dit is de plek waar bewoners elkaar ontmoeten, een krantje lezen of iets naar elkaar schreeuwen. “Dat schreeuwen is vriendschappelijk hoor”, zegt Meike, “dat is gewoon hoe Helmonders met elkaar omgaan.Ze zijn niet op hun mondje gevallen.” Rondom de binnenplaats staan twee gebouwen die samen de Domus vormen: 27 woonplekken plus een crisisbed.

Accepteren of afkicken

In de Domus wonen drie soorten bewoners, legt Meike uit. Sommige bewoners leven al zo lang met hun verslaving en alle problemen die daaruit voortkomen, dat ze die, voor nu, geaccepteerd hebben. Het is niet anders. Anderen proberen hun drugsgebruik te verminderen en richting afkicken te gaan. Een klein deel van de groep heeft eigenlijk teveel psychiatrische problemen en zou naar een ggz-instelling moeten.

“Het is wel goed hier. Ik kan alleen niet zelf kiezen wat ik eet''

Strijd

Bewoner Wesley wil minderen in gebruik en uiteindelijk afkicken. Vroeger was hij schilder. Eigenlijk is hij dat nog steeds: toen hij in dit appartementje kwam wonen, is hij begonnen het helemaal te schilderen. De muren waar zijn hoekbank tegenaan staat, zijn nu netjes wit, de rest moet nog. Wesley heeft een eigen badkamer en een slaapkamer met een poster van een mooie dame op de kledingkast. De keuken gebruikt hij niet veel, zegt hij, maar voor de foto wil hij best even iets afwassen. Dat ziet er dan wel weer geroutineerd uit. Wesley woont nu ongeveer anderhalf jaar in de Domus. “Het is wel goed hier. Ik kan alleen niet zelf kiezen wat ik eet, dat is een nadeel. Maar ik heb geen strijd”, zegt hij. “Hier mag ik gebruiken, ik word niet op straat gezet. Toen ik nog bij m’n ouders woonde, had ik altijd strijd over mijn verslaving. Ze hadden wel een punt, natuurlijk.”

''Door die verslaving is alles naar de klote.''

Hoop

Binnenkort wil Wesley dus proberen af te kicken. “Ik ben het beu. Door die verslaving is alles naar de klote. Ik heb geen contact met mijn zus meer, een vriend is overleden aan zijn verslaving, en die diefstallen – zo ben ik niet. Ik ben al gestopt met heroïne, nu de coke nog. Misschien kan ik dan mijn rijbewijs weer terugkrijgen, net als Kees.” De Kees aan wie Wesley refereert, is het succesverhaal van deze Domus, vertelt Meike: “Kees heeft hier drie jaar gewoond en nu heeft hij een eigen flatje, een vriendin en zijn vrachtwagenrijbewijs weer terug. Dat soort verhalen geven hoop, aan medewerkers en aan deelnemers.”

Problemen nemen toe

Meike vertelt later dat het aantal gezondheidsproblemen bij bewoners toeneemt. De coronamaatregelen waren, zoals voor alle Nederlanders, zwaar voor de bewoners. Ze zijn gewend om veel op  straat te zijn, maar nu konden ze geen kant op en hadden ze niets te doen. Ze zagen geen vrienden en hadden wekenlang geen werk of dagbesteding. Daardoor nam het drugsgebruik behoorlijk toe. Nieuwe mensen die in de Domus komen wonen, hebben meer problemen, ziet Meike. Mensen raken steeds jonger ernstig verslaafd, hebben zwaardere psychiatrische problematiek en meer lichamelijke klachten.

Afspraken

Meike: “Als iemand zowel psychische als lichamelijke problemen heeft, kunnen ze niet goed zelf naar de huisarts of naar een ziekenhuisafspraak. Deelnemers komen vaak niet op tijd of ze komen helemaal niet opdagen bij afspraken. Daarnaast begrijpen ze niet altijd wat er gezegd wordt of waarom een behandeling nodig is. Tegenover artsen schamen ze zich soms voor hun gebruik en zijn er daarom niet altijd eerlijk over. Terwijl dat voor zo’n arts wel belangrijke informatie is. Daarom moeten wij bij het merendeel van de deelnemers mee naar dit soort afspraken.”

''In de jaren ’80 ben ik bodyguard geweest van André Hazes''

Familie en vrienden

De meeste mensen zouden een partner, familielid of vriend meenemen naar ziekenhuisafspraken, maar sommige Domusbewoners hebben geen familie of vrienden meer. Dit geldt niet voor iedereen, gelukkig. Zo heeft Patrick bezoek vandaag, maar we mogen er best even bij komen zitten, hoor “Ik ben nu drie jaar hier. In de jaren ’80 ben ik bodyguard geweest van André Hazes als-ie concerten hier in de buurt had. Ik ben ook een tijdje portier in disco’s geweest. Ik deed aan boksen, dus als er iets gebeurde, had ik dat zo opgelost: vechtpartijen trok ik uit elkaar en dan gooide ik de onruststokers naar buiten. Ja, je maakte wat mee hoor. Er is ook een keer een collega doodgeschoten.” Het ging bergafwaarts met Patrick toen hij verslaafd raakte aan drugs en schulden kreeg. In welke volgorde dat  gebeurde, is niet helemaal duidelijk. Maar, vertelt hij trots, “nu ben ik schuldenvrij.”

Koken voor de soepbus

Patrick zorgt zelf voor de vogel in zijn appartement. “Hij kookt ook vaak”, vertelt Meike. “Vier keer in de week voor de Domus en op dinsdag en donderdag ook voor de soepbus.” De soepbus in Helmond deelt soep, een boterham, koffie en thee uit aan Helmonders die op straat leven of krap bij kas zitten. Soms verwijzen medewerkers of vrijwilligers van de bus mensen door naar bijvoorbeeld maatschappelijke opvang, verslavingszorg of de sociale dienst.

Time-out

“Sommige mensen worden van de ene naar de andere instantie gestuurd en leven tussendoor op straat”, vertelt Meike. Dat zijn schrijnende verhalen. “Het gebeurt wel eens dat ik een Domusbewoner op straat moet zetten. Als iemand in de Domus een incident heeft veroorzaakt, heeft diegene een time-out nodig, bijvoorbeeld na een scheldpartij tegen een medewerker. Onze medewerkers kunnen veel hebben, maar soms wordt er een grens bereikt. Een enkele keer moet ik de keuze maken om de zorg te beëindigen, bijvoorbeeld als een medewerker fysiek wordt aangevallen. Het moet wel veilig blijven op de Domus.”

“Dat ik nog wil leven, dat komt door hier.”

Beste vrienden

“De groep in deze Domus is behoorlijk sociaal”, zegt Meike. “Er is een handjevol bewoners dat niet vaak buiten de kamer komt en weinig contact maakt met de rest. Soms is dat omdat ze willen minderen in gebruik en dan worden ze getriggerd door bewoners die veel gebruiken. Maar andere bewoners zijn juist vrienden met elkaar.” Bewoner Noud heeft bijvoorbeeld een bakje kwark en een ontbijtkoek voor de slaapkamerdeur van zijn vriend en  medebewoner Vincenzo gelegd, omdat die nog lag te slapen tijdens het ontbijt. Noud is blij met de Domus en de vriendschappen: “Dat ik nog wil leven, dat komt door hier.”

Rooie knol

Een paar uur later is Vincenzo wel wakker en vertelt hij zijn levensverhaal. “Ik heb een keer een overval meegemaakt. Daardoor kreeg ik nachtmerries, dus ik vroeg bij de huisarts om hulp. Die heeftme Rohypnol voorgeschreven om goed te  slapen en toen dat niet hielp ook nog wat valium voor overdag. Het eindigde ermee dat ze mij met vier man een gevangeniscel moesten binnendragen. Achteraf wist ik er niets meer van.” Volgens verslavingszorginstantie Jellinek is Rohypnol geestelijk en lichamelijk verslavend en werd ‘rooie knol’ ook een tijd gebruikt in de harddrugsscene. Tegenwoordig wordt het nauwelijks meervoorgeschreven vanwege het verslavingsrisico. 

De heroïne tackelen

Vincenzo is een tijd clean geweest, vertelt hij. “Ik heb alle drugs teruggebracht. Mijn vrouw bleef ook wakker (clean, red.) en ik was blij dat ik het leven weer helder zag.” Toen de relatie met zijn vrouw strandde, ging het mis. “Nu zit ik op tien milligram methadon, dat was eerst dertig”, vertelt de bewoner. Methadon is een medicijn dat veel wordt gebruikt om harddrugsgebruikers te helpen ontwennen. “Ik gebruik ook nog een beetje coke af en toe. Eigenlijkwil ik daar ook  mee stoppen, maar we moeten eerst de heroïne tackelen.”

Aai over de wang

Inmiddels is het lunchtijd. De bewoners die vanochtend moesten werken, zijn weer thuisgebracht. Sommigen lopen meteen door naar de gezamenlijke ruimte om te lunchen, anderen gaan naar hun kamer. Een bewoner poseert voor de fotograaf. Twee anderen zitten te eten en zijn ondertussen met elkaar in gesprek. “Houd je mond!”, schreeuwt de een tegen de ander en geeft hem daarna meteen een aai over zijn wang: “Ik meende het niet hoor.”

Een Domus is een beschermde woonvorm voor mensen die dak- en thuisloos zijn geweest. Lees meer over de Domus.