reclassering toezicht toezichthouder gevangenis

''Een moordenaar kan ook een aardige vent zijn''

De reclasseringswerker aan het woord

Reclassering Beeld: Shutterstock

Tijdens haar studie loopt Karin* stage in een jeugdgevangenis en nog altijd wil ze er zijn voor mensen die vanuit de maatschappij ‘geen kans meer krijgen’. Karin* (36) is toezichthouder bij de reclassering. “Onze clienten zijn ook mensen met dromen, verwachtingen en teleurstellingen.”

Hoe verloopt vandaag je dag?

“Een cliënt wilde zichzelf wat aan doen. Hij was ook boos op de gemeente en dreigde een bom op het gemeentehuis gooien. Normaal start ik met mijn mail. Daarnaast moeten cliënten die reclasseringstoezicht hebben zich een keer of om de week melden. Ik geef cliënten met een verstandelijke beperking een training cognitieve vaardigheden. Bedoeling is dat mensen leren denken en dan pas doen. Daarnaast pluis ik tijdens een agressie training met clienten zijn of haar delict uit. Vaak hebben ze het gevoel dat het delict ze overkomt. Je geld is op, je hebt ruzie met je vriendin of je bent je ov-chipkaart vergeten; een opeenstapeling van dingen. Maar kun je ook een andere keus maken?”

''Hij had een bijbel dik aan delicten op zijn naam staan''

Waarom ben jij reclasseringswerker geworden?

“Tijdens mijn stage heb ik met jeugd tbs’ers gewerkt. Het justitiewereldje trok me altijd al. De gedwongen hulpverlening vind ik uitdagend. Onze clienten zitten niet op ons te wachten. Het vraagt iets van mij om iemand die helemaal geen zin heeft te motiveren.”

Kun je een cliënt beschrijven waar je nog steeds met een glimlach aan terug denkt?

“Meneer R was een ouwe junk die na dertig jaar verslaving toe was aan z’n pensioen. Hij had een bijbel dik aan delicten op zijn naam staan. Ik heb er veel tijd in gestoken: hulp bij z’n schulden, bijzondere bijstand om zijn huisje in te richten, voedselbank, vrijwilligerswerk en hij was zelfs gestopt met gebruiken. Op laatste dag van zijn toezicht pleegde hij toch weer een delict, want ‘ik wil niet stoppen met de reclassering’. Zo kreeg hij weer twee jaar toezicht opgelegd.”

Welke zaak staat op je netvlies?

“Een van de meest heftige zaken was een meisje die haar baby ernstig had mishandeld. Het kindje hield daar een beschadiging aan over. De moeder was zelf heel jong en bijna wereldvreemd. Ze kwam uit een kwetsbare achtergrond en zat onder de duim van haar man. Het was niet zozeer onwil dat ze dit deed, meer onkunde. Ze had niet geleerd om voor een kindje te zorgen. Het voelde heel dubbel. Wat ze had gedaan was afschuwelijk, maar ik had ook medelijden met haar.”

Neem je je werk mee naar huis?

“Natuurlijk schiet er wel eens wat door je hoofd, maar ik kan het goed loslaten. Anders kan je dit werk niet doen. Je moet alleen niet gewend raken aan ellende. Stel ik lees over een verkrachting en het raakt me niet meer, dan moet ik stoppen! Gelukkig hebben we een veilig en hecht team. Je kan altijd met elkaar praten over zaken.”

Welke waardevolle les heeft dit werk jou geleerd?

“Dat achter elk delict een mens staat. Mensen met dromen, verwachtingen en teleurstellingen. Wat iemand gedaan heeft, is heel erg verkeerd. Maar achter die tbs’er en achter dat delict zit een mens. Een moordenaar kan ook een aardige vent zijn.''

''Voor mezelf probeer ik te bedenken dat het mij ook had kunnen overkomen. Ik heb het geluk gehad dat ik een fijne jeugd had met goede mensen om mij heen. Dat blijven zien, helpt me wel. Allerlei factoren spelen een rol. ”

Hoe ga je om met agressie?

“Ik heb twee keer een incident meegemaakt in mijn werk. Een collega werd aangevallen en ik moest de man van haar aftrekken. Toch heb ik me niet super onveilig gevoeld. Ik vond het wel vervelend toen een client persoonlijk werd. ‘Ik weet waar je woont, ik wacht je op na je werk’, dat soort dingen zei hij. Hij was psychisch ziek, maar dat was wel heftig.”

Het Leger des Heils is een christelijke organisatie. Hoe speelt jouw geloof een rol in je werk?

“Ik ben bewust bij het Leger des Heils gaan werken omdat het geloof voor mij belangrijk is. Jezus was er júist voor de mensen die buiten de boot vielen. Eén van mijn favorieten bijbelgedeeltes gaat over de liefde, uit 1 Korintiërs 13. Dat probeer ik voor ogen te houden: werken vanuit Gods liefde. Dat is niet altijd makkelijk. Als mens heb je gevoelens en oordeel je soms (onbewust) over wat iemand heeft gedaan. Maar naastenliefde en vergeving zijn belangrijke christelijke waardes.”

* Dit is een gefingeerde naam