Brief aan mijn pleegzoon

Op zijn 18e verjaardag

Jeugd- en gezinshulp

Het is vandaag een bijzondere dag. Voor jou, voor mij. Precies 18 jaar geleden gebeurde er iets heel bijzonders. Eigenlijk 18 jaar en 10 dagen geleden.  

Ik was druk bezig de laatste sinterklaascadeautjes in te pakken toen ik werd gebeld. Door pleegzorg. Ze vertelden me dat je moeder weer zwanger bleek te zijn. Je broer van 2 woonde toen al een poosje bij ons. Ze bleek al hoog zwanger te zijn. Er klonk een vraag door in dit telefoongesprek. “We bellen altijd eerst met het gezin waarin al een broertje of zusje woont. Moeder kan ook niet voor dit kind gaan zorgen”. Ik vroeg bedenktijd. We hadden net besloten om geen jonge kinderen meer in ons gezin op te nemen. We hadden alle babyspullen die al zeer intensief waren gebruikt weggegeven of weggegooid. Twee nachten sliep ik er niet van. Je broer van 2 had FAS en je moeder was en is een alcoholiste. Ze wist niet dat ze zwanger was en had ook nu weer veel gedronken. Ik wist dat de kans dat jij ook FAS zou hebben heel erg groot was. Maar toch belden we na twee dagen terug: Je was welkom. We deden inkopen, uit het dorp kwamen veel mensen met kleertjes en speelgoed.  

Al voor je geboorte zaten we om tafel bij het FIOM. Wat was dat goed! Iedereen om je moeder heen, de vriend van je moeder, de voogd van je broertje, wij als pleegouders, de pleegzorgwerker. Iedereen hielp mee om een goed plan te maken. Je moeder had zich er bij neer gelegd dat ze het niet kon, jou opvoeden. De medewerkster van het FIOM vroeg wat je moeder wilde. En je moeder vroeg of ik bij de bevalling zou willen zijn. Wat voelde ik mij geëmotioneerd en vereerd dat ze dit wilde. Verder bespraken we hoe alles zou gaan verlopen direct na de bevalling. Hoe je moeder het wilde. Over dat stukje had ze de regie.  

In de nacht van zaterdag op zondag werden we gebeld. Je moeder was al op de verloskamer. Ik reed snel naar het ziekenhuis en was op tijd om je geboren te zien worden. Ik vond het fijn om je moeder bij te kunnen staan bij het opvangen van de laatste weeën en er voor haar te zijn. Het was een van de meest ontroerende dingen die ik ooit heb meegemaakt. Ze had twee namen in gedachten en ik mocht er eentje uitkiezen. Ze zei: Hou hem maar vast, jij moet hem vasthouden! Op zondagochtend gingen we met het hele (pleeg)gezin op bezoek in het ziekenhuis. Je broer met het pas gekregen dokterskoffertje, gekregen van sinterklaas. Je lag helaas niet bij mamma op de kamer omdat je afkickverschijnselen had en meer zorg nodig had. We gingen je toch ook even aaien op de speciale baby-ic. En ik mocht op maandagochtend naar het gemeentehuis om je geboorte aan te geven. Zo bijzonder!!  

Je bleef in het ziekenhuis tot de meeste onrust uit je lijfje weg was. Ik kon intussen nog snel je kamertje in orde maken. Na 5 dagen kwam je bij ons thuis. We maakten een aangepast kerstkaartje: “Verrassend nieuws” zetten we er op. Het werd zo direct ook je geboortekaartje want je moeder ging die niet versturen.  

Je moeder werd toch erg depressief. Ze mocht zo vaak ze wilde komen. Maar dat was zwaar voor haar. En de afkeurende reacties uit haar omgeving. Wat had ze gedaan: een kind afgestaan? Belachelijk!! Ik probeerde haar te troosten. Jij hebt iets heel bijzonders voor je kind gedaan. Hem afgestaan omdat je wist dat dit beter voor hem was. Je hebt zijn belang voorop gezet.  

En nu: nu ben je vandaag 18 jaar geworden! Je bent geen dag bij ons weggeweest, het is ons samen gelukt om je een stabiele jeugd te geven. Gemakkelijk was het niet altijd. Je had toch altijd extra zorg nodig. Maar je bent een geweldig kind!  

Het lukt je nu nog niet zelfstandig te wonen. Je zegt zelf: Ik ga uit huis op mijn 25ste hoor mam! Een realistische verwachting. Maar of het je dan helemaal zelfstandig lukt? Ik verwacht het niet. Je bent helemaal in ons gezin opgenomen, je bent een van ons. Maar je bent ook één van dat andere gezin, dat complexe gezin. De contacten zijn altijd goed gebleven tot op de dag van vandaag, je vader is opgespoord, je oudere broers en zussen ook. Zo belangrijk om ook die allemaal te kennen.  

Wat een voorrecht om voor je hebben mogen zorgen!  

Weet dat ik je niet los zal laten.
Ik zal voor je blijven zorgen, mijn kind!