Er gaat veel goed in Nederland, ziet CDA-leider Henri Bontenbal. Toch ontwaart hij onder de oppervlakte “een zingevingscrisis”. “We missen de inbedding in gemeenschappen. Wij mensen verpieteren als we geen onderdeel van een gemeenschap zijn.”
In een essay dat Henri Bontenbal in 2023 schreef, zei hij te geloven dat “een politiek van hoop weer durft te bouwen aan een sterke samenleving en sterke gemeenschappen.” Hij noemde deze politiek er één “voorbij de ikkigheid”, een term die hij leende van de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter. Hij bedoelt er ook ongeveer hetzelfde mee, zegt hij in zijn Haagse werkkamer. “De nadruk op het individu werd de voorbije decennia, ten koste van de blik op de gemeenschap, almaar groter. Als oorzaak daarvoor kom ik dan toch snel bij het liberale denken uit, omdat dit altijd begint en eindigt met het individu. Het focust op onze vrijheden en rechten, het gaat over autonomie en zelfontplooiing. Maar met deze begrippen doe je uiteindelijk geen recht aan wie wij mensen zijn: aangelegd op elkaar, gemeenschapswezens. Wij verpieteren als we geen onderdeel van een gemeenschap zijn.”
Daar komt nog bij, zegt Bontenbal, dat dit relatief moderne mensbeeld “onbarmhartig” is. “Je legt bij mensen de opdracht neer: ontplooi jezelf. Maar dat kunnen we helemaal niet waarmaken. Het Leger des Heils zal beter dan anderen weten dat we hiermee mensen overvragen. Velen worden immers op plekken geboren die maar weinig kansen bieden. Zij redden het uiteindelijk niet. Eigen schuld, zeggen we dan. Je hebt niet hard genoeg gewerkt. Dat is de harde keerzijde van het verhaal.”
'Pim Fortuyn had het ooit over ‘de verweesde samenleving’
Hoge ogen
Eenzelfde soort dubbelheid ziet Bontenbal als hem wordt gevraagd of het nu eigenlijk goed gaat met Nederland. Enerzijds wel, ziet hij. “Op veel lijstjes en indexen gooien we hoge ogen: economisch, democratisch, op het vlak van innovatie, geluk, human development en noem maar op. Ons sociaal kapitaal is groot; we zijn een high trust-society: er is veel onderling vertrouwen en we zijn bereid iets voor elkaar te doen.” Maar er is ook een ander gezicht van Nederland, constateert de CDA-leider. Dat van een algemeen en groeiend onbehagen, van 1,2 miljoen mensen die antidepressiva slikken, van een teruglopende mentale gezondheid van jongeren (en dan vooral van meisjes). “Ja, we zijn welvarend en gelukkig, maar tegelijk ook niet. We moeten dus een laag dieper gaan.”
Met “een laag dieper” bedoelt hij dat er in de samenleving iets groters aan de hand is. “Ik denk dat er een zingevingscrisis speelt. We hebben lang gedacht dat alles te beheersen en te regelen was, maar dat blijkt nu tegen te vallen. Pim Fortuyn had het ooit over ‘de verweesde samenleving’; ik vind dat nog steeds een mooie uitspraak. We missen de inbedding in gemeenschappen.”
Vereniging oprichten
Die gemeenschappen, zo is de sterke overtuiging van Bontenbal, moeten mensen vooral zelf bouwen. De rol van de overheid is met name om dit zo makkelijk mogelijk te maken, vindt hij. En daar zijn nog wel wat stapjes in te maken. “Ik vind het bizar dat je er bij het oprichten van een vereniging een halfjaar over doet om een bankrekening te krijgen. Dat soort dingen moeten we vereenvoudigen, door belemmerende regels weg te nemen én door te investeren in het collectieve.”
Of Bontenbal het de huidige regering ziet doen? “Als CDA hebben we ooit hard geknokt voor de maatschappelijke diensttijd, waarbij jongeren iets voor de samenleving doen. Het is een zeer succesvol project, toch gaat het kabinet daar nu het mes in zetten. Daar zijn we erg ongelukkig mee.”
Buurthuiskamers
In zijn verkiezingsprogramma meldt het CDA dat het bijzondere aandacht wil besteden aan maatschappelijke voorzieningen en ontmoetingsplaatsen in de wijk. Deze zouden essentieel zijn voor het vormen van gemeenschappen. De 130 buurthuiskamers en de buurtinitiatieven van het Leger des Heils sluiten naadloos op deze gedachte aan, zegt Bontenbal. Hij was laatst zelfs nog in zo’n huiskamer, in Hengelo. “De mensen kwamen er niet per se altijd omdat ze problemen hadden, maar ook gewoon om elkaar te ontmoeten. Was iemand er een keer niet, dan werd diegene ook echt gemist. Ik vind dat prachtig. De huiskamers zijn plekken waar ze zichzelf kunnen zijn, waar geen prestaties worden gevraagd, waar mensen even op adem kunnen komen.”
‘Armoede is overdraagbaar, erfelijk’
Kwetsbare gezinnen
Wie daar in het dagelijks leven vaak niet aan toekomen, zijn mensen in armoede. In Nederland zijn dat er in 2024 ruim 900.000, onder wie 221.000 kinderen. De kans dat deze kinderen opnieuw een generatie op de wereld zet die in armoede leeft, is relatief groot. Welke rol ziet Bontenbal voor de overheid weggelegd om dit soort kwetsbare gezinnen met intergenerationele armoede te helpen?
Zijn ogen gingen pas twee jaar geleden echt open voor dit probleem, vertelt hij. “Mijn vrouw, die bijna twintig jaar verloskundige was in Charlois, deed veel met integrale geboortezorg, en programma’s als Kansrijke Start, dat een stevig fundament onder de eerste duizend dagen van een kind wil leggen. Ze kwam in die tijd in aanraking met professor Eric Steegers van de Erasmus Universiteit. Hij ontdekte grote verschillen tussen zwangere vrouwen in verschillende Rotterdamse wijken, bijvoorbeeld als het ging om kindersterfte en vroeggeboorte. Die lagen in het arme Charlois maar liefst vier keer hoger dan in het welvarende Hillegersberg. Het heeft mij echt laten zien dat armoede overdraagbaar is, erfelijk. Het zet, al tijdens de zwangerschap, bepaalde dingen aan en uit. Zo zie je bijvoorbeeld dat kinderen die in armoede worden geboren een veel hogere kans hebben op diabetes, astma of verslavingen. Ik vond dat schokkend om te horen.”
Menselijke power
Maar wat kun je eraan doen? Heel veel, zegt Bontenbal, “maar niet zonder de menselijke power aan te spreken. Het is geen kwestie van ‘we gooien het minimumloon omhoog’ en dan zijn we er.’ Je moet mensen weer activeren, hun het gevoel geven dat ze weer in control zijn. Niet lang geleden schreef de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een rapport dat het breed gevoelde onbehagen te maken heeft met het feit dat veel mensen geen grip op hun leven ervaren. Daar ligt dus een belangrijke taak voor de overheid.”
Een andere taak is de schuldenindustrie aanpakken. Bontenbal: “Dat er in Nederland bedrijven zijn die geld verdienen aan de schulden van mensen in armoede, daar kan ik echt niet bij. We moeten hier echt heel hard op ingrijpen. En dan zijn we er zeker nog niet. Armoede is een veelkoppig monster dat je vooral niet op geld en inkomen moet vastpinnen. Helaas is dat wel waar men het in de politieke arena tot reduceert. Armoede gaat ook over stress, over niet op je werk verschijnen, over huiselijk geweld. Het ene probleem zorgt voor het andere. In bredere zin moet de nationale overheid daarom blijven investeren in alles wat een samenleving sterker maakt. Gemeenschapszin is daar een heel belangrijk onderdeel van.”