Marlon is klaar voor een muziekexplosie

in de buurthuiskamer

Buurtwerk Tekst: Ans Boersma / Beeld: Folkert Koelewijn

“Op mijn elfde begon ik met draaien. Dat begon bij de voetbalvereniging, ik speelde voetbal. Je hebt in de kantine toch altijd die feesten? Daar begon ik met André Hazes draaien. Links, rechts, biertje tappen. Al die platen heb ik thuis nog. Als ik draai op een feestje, neem ik al mijn discodingen mee. Hoempapa, het maakt mij niet uit wat ik draai, wat ze willen. Ik heb alles in huis, dat kun je ook zien in mijn studio. Maar ik ben een rastaman, dus reggae is mijn ding.”

“Al jong draaide ik in clubs in Rotterdam, ik was twaalf, dertien. M’n vriend was dj, ik was iedere avond in de discotheek. En ik kende al die platen want ik hielp met sjouwen. Dus ik kwam op een dag en hij zegt: ‘Ik moet op twee plekken draaien. Vandaag draai jij hier, ik ga daar.’ En toen begon het. M’n moeder vond het toen niks. Maar later belandde ik met mijn muziek in de Top 40. Nu is ze trots op me.”

Meer weten over ons buurtwerk?

DJ Blackfoot
“Vier maanden geleden ben ik begonnen met een echte show op Facebook. Ik heb nu zevenhonderd volgers op mijn pagina DJ Blackfoot Studio Reggae Session. Op mijn andere pagina heb ik vijfduizend man. Die kan ik allemaal een uitnodiging sturen. Door corona ben ik dit meer gaan doen, omdat je geen keus had. De studio was de beste vriend van de muzikant op dat moment. Downloads, daar moet je het van hebben. We hebben nu lang genoeg kunnen broeden om nieuwe platen te maken, tijd gehad om te kroelen. Dus straks gaat iedereen met nieuwe dingen komen. Dat wordt een explosie. Elkaar ontmoeten, muziek maken, dat kan ik de hele dag doen. Dat flowt. Dat kan corona niet stoppen.”

‘Effe een uitlaatkassie: we hebben weer feestjes nodig’

Chopper 
“Ik kwam in de Bij Bosshardt in Lelystad, de buurthuiskamer, via mijn oom, het broertje van mijn moeder. Ik kom hier nu elke dag en ken iedereen stuk voor stuk. Ik woon al 45 jaar hier en ken al die oudjes. Het voelt oldschool in het buurthuis en de sfeer is altijd goed. Het werd een gewoonte, effe oompie oppikken, - daar fietste ik langs- en dan kwamen we hier aan. Ik kom op mijn chopper. Die heb ik zelf opgeknapt. Als je achterop zit en je rijdt mee en je doet broem broem, dan heb je een bromfiets. 

Ik ben in de buurthuiskamer nog niet de muziekman. In coronatijd konden we niks. Maar de buurtfeestjes komen eraan. Effe een uitlaatkassie: we hebben weer feestjes nodig. Niet iedere week hoor, dan wordt het eentonig. Je moet het op surprise doen, een keer per maand, een beetje spontaan. Ik wil feestjes organiseren voor de jeugd in de buurt, hen naar het buurthuis halen. Lelystad doet zelf niks. Jongeren gaan dan verkeerde dingen doen: als er niks is, wat ga je doen, hangen.”

Thuis op de A6
“Soms ga ik op bezoek bij mijn moeder in Rotterdam. Als ik terugrijd op de A6, denk ik: ahhhh Almere. Je voelt dat je weer bijna thuis bent. In Rotterdam zijn vind ik wel leuk, maar Lelystad is mijn vestiging. Ik ben niet van plan om snel uit Lelystad weg te gaan. Maar je weet nooit wie ik tref en wat er gebeurt. Ik laat het op me afkomen, zeg ik altijd.”

‘Soms een traantje happen, want dan zie ik haar ook op de dansvloer’

Dromen
“Het leven kan zo klaar zijn. Ik wil nu genieten. Ik wil naar Afrika. Waar wacht ik op? Ja, op m’n vaccinatie. Als ik mijn vaccinatie heb, ga ik draaien in Zuid- Afrika en Portugal. Het is fijn om weer te reizen, goed voor de mindset. ‘Je moet effe weg, Marlon’, zeggen mensen tegen me. Maar ik moet eerst dingen regelen voordat ik wegga. Zal ik m’n haren loslaten of opbinden voor de foto? Cuba wil ik graag heen, die kant op. Wil je een koekje? Ik niet, ik ben zelf een koekie. Goed, waar waren we?”

Niet groot, maar knus

“Dat ik nu zo zit. Dat is muziek. Als ik me rot voel, ga ik de studio in. Ik ben mijn vrouw verloren, muziek is mijn houvast. Mijn vrouw heeft me leren kennen in de discotheek, 36 jaar terug. En herinneringen aan de plaatjes die draaien. Soms een traantje happen, want dan zie ik haar ook op de dansvloer. Niet alleen mijn muziek, maar alle soorten muziek werken therapeutisch. Of je nou naar een symfonie of naar Bach luistert, dat maakt niet uit. Ik luister soms naar platen en dan versta ik helemaal niet wat ze zingen. Dan volg ik de flow. Plaatjes zijn altijd belangrijk. Het zijn m’n tweede kinderen, plaatjes, muziek. Ik richt niet voor niks een hele studio in, in m’n schuur. Ik heb m’n eigen kleine stulpie opgebouwd. Niet groot, maar knus, lekker.”

Meer weten over ons buurtwerk?