Jeugdbescherming

Tweestrijd

Columns uit de jeugdbescherming

Je zit op mijn schoot en hapt je prakje weg. Je hebt je eerste slaapje gemist en hebt al uren niets gegeten. Van al die nieuwe gezichten blijf je alert om je heen kijken, je zit rechtop en laat je niet knuffelen. Je wilt huilen, maar je bent zo moe dat dat niet meer lukt, dus je trekt een pruillip en jammert zachtjes. Je oogleden zijn zwaar en opeens zakt je hoofdje op mijn borst. Je kruipt tegen me aan. Ik voer je tot het bakje leeg is. Daarna laat je je gewillig naar bed brengen. Wanneer je eenmaal slaapt, vertrek ik weer. Onderweg naar huis moet ik een traan laten. Wat een ellendige uithuisplaatsing was dit. Toch ben ik opgelucht. Je bent hier veilig.

Twee jaar lang hebben de hulpverlening en ik samen met jouw moeder gewerkt aan een veilig en rustig thuis voor jou. Twee jaar lang heb ik ’s avonds in bed wel eens gedacht aan jou, me afvragend waar jij op dat moment zou zijn. Of er wel een volwassene bij je was die naar je omkeek. Of je gegeten had, of je het warm genoeg had. Twee jaar lang heb ik elke vrijdagmiddag voor jou en je zus gebeden: vragend of God jullie in het weekend, wanneer er geen hulpverlening is, in veiligheid, voeding, nabijheid en liefde wil voorzien. Twee jaar lang heb ik moeten toezien hoe jou de meest verschrikkelijke dingen overkwamen, een regen van glasscherven over je heen na de zoveelste uitbarsting van geweld. Twee jaar lang heb ik God om wijsheid gevraagd in het uitvoeren van de ondertoezichtstelling en bij de beslissingen die we moesten nemen.

Schietschijven

Schietschijven zijn wij als jeugdbescherming, zo lijkt het wel. In ieder geval wanneer het verhalen over uithuisplaatsingen in de media betreft. Aan de ene kant is het goed kritisch bevraagd te worden, omdat uithuisplaatsingen verschrikkelijk ingrijpende maatregelen zijn. Die kritische bevragingen krijgen we normaliter in de rechtbank. Maar nu er dossiers in de media worden gebruikt en bekritiseerd, voelt het soms alsof de maatschappij ook over onze schouder meekijkt met wat we doen.

Kritische vragen

Aan de lange vergadertafel waar we vergaderen, luisteren mijn collega’s naar mijn vraag om een uithuisplaatsing te verzoeken bij de kinderrechter. Naast hun kritische blik, voel ik de druk: doen we hier niet te lichtzinnig over? Kunnen deze kinderen écht niet meer thuis blijven wonen?  Weegt de blijvende onveiligheid thuis écht op tegen het mogelijke trauma van de uithuisplaatsing? Wat doen we deze moeder aan? Zouden we de kinderen in gevaar brengen als we het toch nog even iets langer blijven proberen?

Niet lichtzinnig

We weten echter ook wat er kan gebeuren als we te laat zijn. Ik denk aan het meisje van 8 dat dood werd aangetroffen onderaan haar flat in 2015 en het meisje van twee jaar in 2016, dat door toedoen van moeder verdronk. Wat als we daar op tijd ingrijpende maatregelen hadden ingezet?

De jeugdbescherming komt, uiteraard, alleen in het nieuws wanneer we het naar de mening van ouders niet goed hebben gedaan. Ook al handelen we naar de uitspraak van de kinderrechter: wij zijn het gezicht van uithuisplaatsingen. Een uithuisplaatsing is voor alle partijen verschrikkelijk. En toch moeten we het soms doen om de opdracht van de kinderrechter uit te voeren. Ik wil dat u als lezer weet dat wij er niet lichtzinnig over denken en hoop u een fractie te laten zien van de tweestrijd die voorafgaat aan een ingrijpend besluit.

Unaniem

Aan de vergadertafel wordt het dossier nog eens nagelopen. Ik word kritisch bevraagd. Het dossier en de vergeefse inzet zijn duidelijk. Unaniem zeggen we: we hebben al het mogelijke ingezet om een uithuisplaatsing te voorkomen, kosten noch moeite zijn bespaard en toch is het onvoldoende geweest.

’s Avonds lig ik in bed. God vragen om jou te voorzien van voedsel en veiligheid hoeft niet meer. Maar bidden om troost en kracht voor jouw moeder, dat vraag ik Hem des te meer.

Over Jeugdbeschermer 001
Kort na de zoveelste documentaire over misstanden in de jeugdzorg, lees ik een nieuwsartikel over een, volgens de schrijver, onterechte uithuisplaatsing. Mijn collega’s en ik werken in het gedwongen kader en zijn per definitie niet welkom, omdat we vaak impopulaire en ingrijpende beslissingen nemen. Ondanks de kritiek, werkdruk en agressie waar we mee te maken krijgen, zijn er weinig dagen waarop ik geen stapje harder loop. Een eenzijdige documentaire die stelt dat de jeugdbescherming haar invloedrijke positie misbruikt en het bij het verkeerde eind heeft, kan mij mijn werkplezier in één klap ontnemen. Aan de andere kant van die documentaires en artikelen werken wij, de jeugdbeschermers. Van hun werk wil ik graag een stukje laten zien.

Iedere maand deelt een van onze twee columnisten uit de jeugdbescherming wat zij meemaakt in een zelfgeschreven column. Ze licht haar visie toe op het wel en wee in haar werkveld. Op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Volg ons dan op LinkedIn!