Heb je nog even tijd om mens te zijn?

Columns uit de jeugdbescherming

Jeugdbescherming Tekst: Jeugdbeschermer 1.0

“Heb je nog even tijd of moet je meteen weg?” “Als je nog niet weg moet, wil ik je nog iets leuks vertellen.” “Mag ik je vragen even mee te denken over het gedrag dat ik zie bij het kind?”  “Het is niet dringend hoor, maar misschien vind je het leuk om te weten dat…”

Dit hoor ik regelmatig van de mensen waar ik mee werk. Wij (gezins)voogden zijn volgens hen altijd druk, dat is ons imago. Rennen en racen, door naar de rechtbank, een huisbezoek, een overleg, een belafspraak, terug naar je laptop om mails te beantwoorden, rapportages en verzoekschriften te schrijven en hulp te regelen en organiseren. 

Haast

Te laat komen is trouwens eerder regel dan uitzondering, meestal een minuut of twee. Nog even snel iets afmaken of een uitgelopen afspraak. Het voordeel van dit imago is dat het me nooit kwalijk wordt genomen als ik gehaast als laatste een vertrek binnenkom. Gejaagdheid en haast omvormen naar controle en rust is in sommige weken best uitdagend.  

Sorry, mijn voogdijrapportage is niet op tijd af. Het kind zit toch niet te wachten op het zoveelste document. Ja, we moeten wel tijdig rapporteren. Maar ik liep deze week liever even met het kind een rondje omdat het niet zo lekker met haar gaat. Ik neem geen tijd om rustig te zitten voor de lunch maar hap snel een boterham weg achter het stuur. Na een positieve evaluatie van hulpverlening wilde ik namelijk tegen moeder zeggen dat ik het zo knap vind dat ze grote stappen heeft gezet. We hebben lang niet altijd de tijd om stil te staan, mee te voelen of beschikbaar en bereikbaar te zijn.

Mailbom

Op 13 september ’22 om 10 uur hebben jeugdbeschermers allemaal tegelijk een mail gestuurd aan drie ontvangers op het ministerie, in de Tweede Kamer en bij de vakbond. Deze mailbom is onze staking. Sinds 10 oktober ´22 staken we. Onze bureaudiensten zijn alleen tot 12 uur bereikbaar en daarna alleen voor spoed. Ik wil helemaal niet met trekkers snelwegen blokkeren, brandjes stichten of spandoeken langs snelwegen hangen. Er zijn overigens ook maar weinig jeugdbeschermers die ik ken die een tractor bezitten. Maar ik wil eigenlijk ook niet slecht bereikbaar zijn of minder op huisbezoek gaan.

Wij komen bij veel mensen hun leven binnenwandelen op hun dieptepunt. Ik wil af en toe een ijsje eten met mijn pupillen, nagels lakken of karten. Zij moeten weten en voelen dat ze er toe doen. Ik wil dat de kinderen, ouders en pleegouders voelen dat ik er voor ze ben en de tijd en rust heb om naar ze te luisteren. Ik wil jeugdbeschermer én mens kunnen zijn, voor onze ouders en kinderen.

Eerlijkheid gebied te zeggen dat niet elke dag zo druk is, soms lukt het wél. Maar jegens de kwetsbare kinderen en hun ouders is het onacceptabel om meestal niet genoeg te kunnen doen, er niet genoeg te kunnen zijn ‘omdat het nou eenmaal zo druk is’.

Over Jeugdbeschermer 1.0
Kort na de zoveelste documentaire over misstanden in de jeugdzorg, lees ik een nieuwsartikel over een, volgens de schrijver, onterechte uithuisplaatsing. Mijn collega’s en ik werken in het gedwongen kader en zijn per definitie niet welkom, omdat we vaak impopulaire en ingrijpende beslissingen nemen. Ondanks de kritiek, werkdruk en agressie waar we mee te maken krijgen, zijn er weinig dagen waarop ik geen stapje harder loop. Een eenzijdige documentaire die stelt dat de jeugdbescherming haar invloedrijke positie misbruikt en het bij het verkeerde eind heeft, kan mij mijn werkplezier in één klap ontnemen. Aan de andere kant van die documentaires en artikelen werken wij, de jeugdbeschermers. Van hun werk wil ik graag een stukje laten zien.

Iedere maand deelt een van onze twee columnisten uit de jeugdbescherming wat zij meemaakt in een zelfgeschreven column. Ze licht haar visie toe op het wel en wee in haar werkveld. Op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Volg ons dan op LinkedIn!