jeugdbeschermer zij-instromer jeugdbescherming

‘De meeste ouders willen écht wel meewerken’

Mijn werk als: jeugdbeschermer

Jeugdbescherming Beeld: Shutterstock

Hoe is het om als zij-instromer de overstap te maken naar de Jeugdbescherming? Leanne* (30) werd anderhalf jaar geleden jeugdbeschermer bij het Leger des Heils en ze heeft nog geen dag spijt van die keus. “Er is heus wel eens stil verzet, maar de meeste ouders willen echt wel meewerken.”

Wat voor werk deed je hiervoor?

“Na mijn SPH-opleiding heb ik twee jaar gewerkt bij een logeerhuis en BSO voor kinderen van 4 – 12 jaar met allerlei problemen: autisme, adhd, hechtingsproblemen… Door het logeerhuis en de BSO werden de ouders ontlast, zodat broertjes en zusjes iets meer aandacht kregen. Na een paar jaar vond ik het genoeg. Ik wilde meer structuur: doordeweeks werken en een baan in de buurt. Daarom ben ik in de kinderopvang gaan werken.”

Hoe kwam je erbij om jeugdbeschermer te worden?

“Via een gezamenlijke vriendin hoorde ik over de jeugdbescherming. Terwijl we zwommen, vertelde zij over haar werk bij het Leger des Heils. Het regelen en regie hebben over zaken en zo overstijgend bezig zijn, vond ik heel boeiend. In de kinderopvang deed ik meer dan alleen maar op de groep werken, maar na een paar jaar was ik toe aan meer uitdaging.”

Hoe bevalt het werk nu je een tijdje bezig bent?

“Het werk vind ik heel leuk. Als zij-instromer werkte ik onder supervisie terwijl ik mijn SKJ-registratie intern bij het Leger des Heils haalde. Ik had heel veel contact met mijn supervisor en kon rustig opstarten. Dat was heel fijn.’’

‘’Inmiddels zit mijn caseload vol: ik begeleid vooral jonge kinderen die in een pleeggezin wonen. Met hun ouders probeer ik zo goed mogelijk samen te werken, in het belang van kinderen. Ik werk aan bewustwording: wat is goed voor een kind? Wat gebeurt er met een kind als je het op een bepaalde manier benadert? Tot op zekere hoogte lukt dat.’’

‘’Zo begeleid ik een vader die lang geen omgang heeft gehad met zijn kinderen. Oorspronkelijk komt hij uit Syrië. In Nederland is hij gescheiden. In zijn hoofd is hij nog veel bezig met de vlucht en de oorlog. Zijn kinderen willen hem niet zien. Hij snapt dat niet. Ik probeer hem uit te leggen, wat mis is gegaan en stimuleer hem om hulp te zoeken via de huisarts.”

Welke werkervaringen neem je mee in deze functie?

“Wat ik nu doe is natuurlijk anders dan de kinderopvang. Toch kwam daar ook meer bij kijken dan flesjes geven en luiers verschonen zoals oudergesprekken, intakes en evaluaties. Door de jaren heen heb ik veel gewerkt met kinderen. Daardoor weet ik hoe ze in elkaar zitten. Dat neem ik mee in mijn werk als jeugdbeschermer.”

Klopt de praktijk met de verwachting die je vooraf had?

“In grote lijnen. Je bent een helikopter: ik spreek alle hulpverleners en betrokkenen en dat verwoord ik naar de rechter. Ik heb wel onderschat hoe betrokken je raakt bij families. Ik voel me veel betrokkener dan ik had verwacht, maar dat vind ik juist heel fijn. Als ik ouders het gevoel kan geven dat ik ze zie, dat ze niet een nummertje zijn en dat ik ze op weg wil helpen, vind ik dat fijn.’’

‘’Het is me meegevallen hoe welwillend ouders zijn, ook al is het gedwongen kader. Ouders willen echt meewerken en strijden voor hun kinderen. Ze willen dat hun kinderen gelukkig zijn. Er is wel eens stil verzet, maar ze gaan niet heel actief en agressief in de weerstand. Tot nu toe heb ik nog geen scheldpartijen op mijn telefoon, met wat ik allemaal fout heb gedaan. Dat hoor ik wel eens van collega’s.”

Wat zijn voor jou de successen in dit werk?

“Het succes zit voor mij vaak in kleine dingen: als je ouders rustig blijven bij een slecht nieuws gesprek en je zelfs nog bedanken omdat ze zien dat je je best hebt gedaan. Kinderen die blij zijn als je hen opzoekt in een voogdijzaak. Dat je hen ziet. Afgelopen december was ik bezig met Actie Pepernoot. Ouders die het financieel zwaar hebben, krijgen geld zodat ze een cadeautje kunnen kopen voor hun kind. Zo maak je elke dag wel wat mee en daar geniet ik van.”

Waarom werk je bij het Leger des Heils?

‘’Ik vind het mooi dat het Leger des Heils er is voor mensen die geen helper hebben. Wij geven niet op. Bij de jeugdbescherming krijg je als ouders altijd nog een kans.”

 

* Dit is een gefingeerde naam