'Zelfs als iemand keer op keer uitvalt, proberen we het opnieuw'
Nori Verhoeven over meebewegen, blijven staan en ruimte krijgen
'Zelfs als iemand keer op keer uitvalt, proberen we het opnieuw'
Bij het Leger des Heils is geen dag hetzelfde. En geen mens hetzelfde. Dat weet Nori Verhoeven als geen ander. Ze werkt al twaalf jaar voor de organisatie, in verschillende functies. Van de groep tot ambulant, en nu bij Bureau Trajectmanagement. Wat ze onderweg leerde: werken met een complexe doelgroep vraagt flexibiliteit, vertrouwen en het lef om in het grijze gebied te bewegen. En juist dat maakt haar werk zo waardevol.
Nori, wat maakt werken bij het Leger des Heils voor jou bijzonder?
"Ik vind het bijzonder dat we hier blijven geloven in mensen, ook als anderen al lang zijn afgehaakt. We zeggen eigenlijk zelden nee. Of iemand nu verslaafd is, borderline heeft, of een andere complexe achtergrond – we kijken altijd eerst: wat kunnen we wél? Dat maakt het soms ingewikkeld, maar ook heel waardevol. Je weet: deze mensen zouden anders echt nergens meer terecht kunnen. En bij ons wel."
Wat vraagt dat van jou als professional?
"Je moet kunnen meebewegen. Want er zijn gewoon geen standaardroutes. Zeker niet met deze doelgroep. Soms kom je in een grijs gebied: iets mag eigenlijk niet, maar het is wel het beste op dat moment. Of iemand doet iets wat officieel gemeld moet worden, maar als je dat doet, verlies je het vertrouwen. Je moet dus steeds opnieuw afwegen en heel erg op het individu reageren en handelen. Wat is goed voor de deelnemer, en wat past binnen wat kan? Dat is geen makkelijke puzzel – maar je leert erop vertrouwen dat je het goede doet."
En hoe is dat binnen de organisatie? Krijg je daar ruimte voor?
"Ja, gelukkig wel. Er zijn niet overal strikte protocollen, en dat is maar goed ook. Het zou bij deze doelgroep niet werken. We krijgen veel ruimte om zelf invulling te geven aan hoe we werken. Natuurlijk heb je je kaders, maar binnen die kaders is er ruimte voor eigen afwegingen. En die vrijheid maakt dat ik dit werk kan blijven doen. Je mag hier écht mens zijn in je werk."
Je krijgt veel ruimte om zelf invulling te geven aan je werk.
Je mag hier écht mens zijn.
Hoe merk je dat jouw werk ertoe doet?
"Voor mij zit het vaak in de kleine dingen. Beweging krijgen in een situatie, al is het maar een klein stapje. Soms maak je geen grote vooruitgang, maar zorg je er wél voor dat het niet achteruitgaat. En soms is er gewoon zijn al genoeg. Dat klinkt misschien simpel, maar het betekent veel – voor de deelnemer én voor mijzelf. En als het moeilijk is, helpt het dat je collega’s hebt die snappen hoe het is. Je doet het niet alleen."
Soms maak je geen grote vooruitgang, maar zorg je er
wél voor dat het niet achteruitgaat.
Hoe kijk jij naar groei en ontwikkeling binnen het Leger?
"Via de academie kun je opleidingen en trainingen volgen. En in je POP-gesprekken kun je aangeven waar je naartoe wilt. Als je iets wil en je bent er duidelijk over, dan wordt er echt met je meegedacht. Dat heb ik zelf ook ervaren."
Wat betekent ‘doen wat je gelooft’ voor jou?
"Het draait niet om de religie zelf, maar om wat je met die overtuiging doet in de praktijk. Voor mij uit zich dat in menselijkheid en eerlijke kansen. Ik ga niet elke zondag naar de kerk, maar ik geloof wél dat ieder mens recht heeft op een tweede kans. En dat je kijkt naar iemands verhaal, zonder meteen te oordelen. Ieder mens verdient begeleiding – ook als het lastig wordt. En zolang er contact en vertrouwen is, kun je iets betekenen. Dat is voor mij de kern. Bij het Leger krijg je de ruimte om je werk echt vanuit jezelf te doen. En juist daardoor kun je verschil maken, op een manier die bij jou past.”