Afdelingsmanager Maatschappelijke Opvang Jenny: "Die jongens durven nu weer te dromen."

“De jongens hier konden overdag nergens meer terecht. Niet eens naar het toilet. Ik slaap altijd heel goed, maar hier had ik slapeloze nachten van.” Afdelingsmanager Jenny heeft in de afgelopen maanden keihard gewerkt. Vanwege corona krijgen de jongens van de nachtopvang de mogelijkheid om overdag binnen te blijven. Als in juni de maatregelen versoepelen, staan de jongens ‘s morgens om 8.00 uur weer op straat. Het wordt haar missie om de nachtopvang permanent te veranderen in een 24-uursopvang.

Na maanden strijden is het eind oktober eindelijk gelukt. “De goede samenwerking was de sleutel tot dit succes! Zowel met de gemeente als met andere organisaties, maar zeker ook vanwege Abdul. Zonder hem was het niet gelukt.” Al negentien maanden verblijft Abdul in de opvang voor jongens in Den Haag. Als woordvoerder van de groep, strijdt hij samen met Jenny voor deze belangrijke verandering in het leven van de dakloze jongens in Den Haag.

De eerste ontmoeting met Abdul weet Jenny nog goed. Bij Abdul is de herinnering iets weggezakt. Jenny: “Weet je nog dat je zei: ‘Als het jou lukt Jenny, dan knijp ik je fijn!’.” Hij schiet in de lach: “Ja, dat heb ik inderdaad gezegd.” Jenny werkt dan nog maar kort bij het Leger en de houding van Abdul valt op. Jenny: “Abdul is een eerlijke, lieve en stoere jongen die om anderen geeft. Hij heeft zich echt hard gemaakt voor de andere jongens.” Abdul knikt: “Ik was al ‘gered’. Ik kon al vijf dagen in de week stagelopen en naar school. De andere jongens zwierven nog zeven dagen per week over straat. Dus ik dacht: “Niemand komt voor hen op, dus ik moet het doen. Mijn vader heeft mij geleerd om niet bang te zijn. En ik schaam mij niet.”

Abdul volgt de opleiding Verkoop & Retail op het mbo in Den Haag. En hij werkt als vrijwilliger bij het straatconsulaat. Een organisatie die al jaren probeert om de 24-uursopvang voor de jongens mogelijk te maken. “Vanaf het begin heb ik tegen jou gezegd: Abdul, ik heb je nodig. Ik kan niet beloven dat het lukt, maar we moeten het samen doen,” zegt Jenny. De jongens kunnen pas aan een toekomst werken, als ze niet elke dag op straat hoeven te overleven. De taken worden onderling goed verdeeld. Jenny voert de gesprekken met haar leidinggevende en andere organisaties. En het straatconsulaat neemt Abdul mee naar gesprekken met de wethouder. Hij staat verschillende media te woord en ontvangt zelfs de wethouder bij zijn bezoek aan de opvang. “Het is echt een wonder dat het is gelukt. Ik weet soms niet hoe ik het allemaal heb kunnen doen. Naar school, huiswerk, stage en dan ook nog gesprekken met de wethouder voeren.”

Strijden voor hetzelfde doel brengt verbinding tussen de twee. “Jij vertrouwde mij toe dat het voor jou enorm moeilijk was om de jongens, jouw vrienden, op straat achter te moeten laten,” zegt Jenny. De onderlinge waardering straalt ervan af bij de twee. Ze blikken terug op maanden van strijden, wachten, acties voeren en samenwerken. Gesprekken evalueren, elkaar moed inspreken en doorgaan. Abdul: “We wisselden ideeën uit, dat was echt goed! Het voelde daarom als een gelijkwaardige samenwerking.” Jenny bevestigt dat. Ook al is ze de afdelingsmanager, ze kan het niet alleen. “Als je dat naar de deelnemers uitspreekt, ontstaat die gelijkwaardigheid. Wij hebben de deelnemers nodig om veranderingen teweeg te brengen. Wie kan beter vertellen wat het betekent om op straat te leven, dan degene die op straat leeft?”

Abdul weet nog goed dat hij op school het goede nieuws hoorde: de gemeente gaat akkoord met de 24-uursopvang. “Ik vloog daarna het lokaal uit,” lacht hij. Op de opvang wordt het nieuws door iedereen gevierd. In het bijzijn van het personeel geeft Abdul een speech en hij heeft een cadeau voor ‘de moeder van de opvang’. Jenny: “Hij straalde, ik straalde, alle collega’s straalden. Fijnknijpen heeft hij gelukkig niet gedaan, maar hij kwam met een prachtig cadeau.” Ze is trots dat ook Abdul ziet dat samenwerking zo cruciaal is. Abdul kan nu zijn huiswerk maken op de opvang, in plaats van in de bibliotheek. En hij staat op de wachtlijst voor een jongerenwoning. De andere jongens kunnen nu ook aan hun toekomst werken. Jenny: “De jongens durven nu weer te dromen. Ze komen tot rust, kunnen naar school en durven eindelijk gespecialiseerde hulp te accepteren. Ik ben er zo’n voorstander van om iedereen in zijn of haar kracht te zetten. Daarom is het zo belangrijk om in contact te blijven. Ik ben blij om jou te zien. Ik ben blij dat je hier bent.” Abdul glimlacht en zegt: “Ik zei het toch: Jenny is echt tof!”

Vacatures Maatschappelijke Opvang

Toon meer
Staat jouw droombaan er niet bij?

Staat jouw droombaan er niet bij?